Bovenooglidcorrectie
Met het ouder worden verslapt de huid rond de bovenoogleden. Het komt regelmatig voor dat deze huid hierdoor zo uitrekt dat hij over de ogen heen gaat hangen (blepharochalasis). Dit kan gecorrigeerd worden met behulp van plastische chirurgie. Dit noemt men ook wel blepharoplastiek (blepharo betekent ooglid en plastiek komt van plastische chirurgie). In deze folder leest u hoe deze ingreep verloopt. Soms wordt een bovenooglidcorrectie gecombineerd met een correctie van het onderooglid. Over dit onderwerp is een aparte folder beschikbaar. De klachten Een overhangend bovenooglid kan problemen geven bij het zien. Een klacht die veel voorkomt is dat patiënten vinden dat ze er moe of oud uitzien. Blepharochalasis van de bovenoogleden ontstaat doordat de huid rondom het oog slapper wordt. Soms gaat dit samen met het uitpuilen van vetweefsel in de oogkas, waardoor de huid naar voren wordt geduwd en gaat plooien of er een bolling boven het oog laat zien. De voorbereiding Wanneer u geneesmiddelen gebruikt moet u dat aan uw arts melden. Bepaalde medicijnen (zoals aspirine, APC, Acetosal, Aspro, Voltaren etc) mag u vijf dagen voor de operatie niet meer slikken. Het gebruik van bloedverdunnende middelen zoals Acenocoumarol, Sintrom of Marcoumar, moet in overleg met de behandelde arts worden gestopt. Ook moet u ten minste een dag van te voren stoppen met het drinken van alcohol. De ingreep Een correctie van de bovenoogleden kan zowel onder plaatselijke verdoving als onder algehele verdoving plaatsvinden. Wanneer het uw beide bovenoogleden betreft, worden rechts en links in één sessie behandeld. De ingreep duurt per ooglid ongeveer twintig minuten. Een ingreep onder plaatselijke verdoving gebeurt in de polikliniek.
Na een paar uur kunt u naar huis worden gebracht, omdat zelf autorijden wordt afgeraden. Wanneer u een algehele verdoving krijgt, wordt u een dag in het ziekenhuis opgenomen op de dagverpleging. Voor een algehele verdoving moet u van tevoren nuchter zijn. Vlak voor de operatie tekent de plastisch chirurg het huiddeel af dat weggenomen moet worden. Tijdens de operatie wordt er een snee in de plooi van het bovenooglid gemaakt. Het huidoverschot, al dan niet gecombineerd met overtollig vetweefsel, kan nu verwijderd worden. Het sneetje wordt vervolgens gehecht met een onderhuidse, fijne hechting. Het grootste deel van het litteken komt te liggen in de natuurlijke plooi van het bovenooglid. Zo’n litteken is nauwelijks zichtbaar. Hoewel de operatie met de grootste zorg wordt uitgevoerd, is het moeilijk om een totaal symmetrisch resultaat te garanderen. Na correctie van de oogleden Na een ooglidcorrectie kunnen de behandelde oogleden dik, blauw en gezwollen zijn. Het komt echter bijna nooit voor dat dit zo ernstig is dat u niets meer kunt zien. Houd u er rekening mee dat het dragen van contactlenzen de eerste dagen tot weken lastig kan zijn. Er wordt geen verband aangebracht, zodat u gewoon kunt wassen en douchen. De pleistertjes die op de wond zitten blijven meestal goed zitten als u ze voorzichtig droogdept. Het is aan te bevelen om thuis de oogleden de eerste dag(en) te koelen met natte kompressen of een ijsbril. De pijn en zwelling worden daarmee tegengegaan. Het gebruik van een pijnstiller is dan meestal niet nodig. De eerste dagen na de operatie wordt het afgeraden om te bukken, persen of zwaar te tillen omdat dit de bloeddruk in het gezicht verhoogt.
Na ongeveer vijf tot zeven dagen worden de hechtingen verwijderd. Een week later kan het litteken eventueel met een zalf of crème worden ingesmeerd (ook make‑up is dan weer mogelijk). Het is belangrijk om het litteken zolang het rood is niet bloot te stellen aan ultraviolet licht (zon of zonnebank). Het is raadzaam om uw littekens te beschermen door middel van een zonnebril of met een sunblock (factor 20). De huid rond de ogen, met name van het onderooglid, kan nog twee tot drie weken licht gezwollen of enigszins blauw verkleurd zijn. Ook kunt u last hebben van jeuk of een trekkend
gevoel rondom de ogen. Hoe snel u weer kunt gaan werken, hangt voor een belangrijk deel af van uw eigen inschatting wanneer u vindt dat u weer ‘toonbaar’ bent. Na ongeveer 12 weken zijn de littekens vrijwel verdwenen en is het eindresultaat zichtbaar. Het resultaat is meestal spectaculair en heeft een duidelijk verjongend effect op de gezichtsuitdrukking. Risico’s en complicaties Na bovenooglidcorrectie komt het voor dat er bloeduitstortingen ontstaan. In de meeste gevallen is dit niet ernstig, maar het duurt daardoor wel langer voordat de oogleden er weer normaal uitzien. Ook kan het voorkomen dat uw ogen de eerste tijd na de operatie niet geheel kunt openen of sluiten. Daarnaast is het mogelijk dat u last krijgt van ‘droge’ ogen, ook dit is meestal van tijdelijke aard. Om de ogen te behoeden voor uitdrogen kunt u via de arts oogdruppels en zalf krijgen die het uitdrogen tegengaan. Het resultaat van een bovenooglidcorrectie is in de meeste gevallen langdurig, maar als de huid en de spier rondom het oog verder verslappen, kan het zijn dat er nog een correctie plaats moet vinden. Ook wanneer de oogleden niet geheel symmetrisch zijn, kan een nieuwe operatie noodzakelijk zijn. Een littekenreactie heeft als gevolg dat het ooglid wat gaat trekken. Meestal duurt dit een aantal weken tot maanden voor het helemaal over is. Ook kunt u last krijgen van gevoelloosheid van de oogleden of dat er vochtophoping rond de ogen ontstaan. Na verloop van tijd verdwijnen deze klachten vanzelf. In zeldzame gevallen kan een zogenaamde epitheelcyste (een holte met vocht) ontstaan in het litteken. Deze cyste wordt dan chirurgisch verwijderd. Vergoeding De kosten van een bovenooglidcorrectie worden alleen door de verzekeraar vergoed als er sprake is van een medische indicatie en wanneer u een aanvullende verzekering heeft. Het huidoverschot van de bovenoogleden moet dan minstens tot op de wimpers reiken. Als er geen medische redenen bestaan voor de operatie, dan zijn de kosten voor uw eigen rekening. De plastisch chirurg kan ervoor zorgen dat u van tevoren een opgave van de kosten krijgt. Vragen Bij vragen kunt u terecht bij de polikliniek Plastische Chirurgie. Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis zullen de verpleegkundigen en de arts steeds toelichten wat er gaat gebeuren. Zij zijn ten alle tijden bereid uw vragen te beantwoorden.
Eenmaal thuis kunt u voor spoedgevallen, bijvoorbeeld als u denkt dat de wond ontstoken is, overdag direct contact opnemen via het telefoonnummer van de polikliniek.
Voor spoedgevallen tussen 16.30 en 08.30 uur en in het weekend kunt u terecht bij de afdeling Spoedei sende Hulp. Verantwoording tekst Deze brochure geeft algemene informatie, bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw arts. Deze algemene informatie kan niet altijd recht doen aan iedere individuele situatie. Hebt u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan zal de plastisch chirurg ze tijdens het spreekuur graag met u doornemen. Het is handig om uw vragen van tevoren op papier te zetten.
Deze patiënteninformatie is gebaseerd op het voorlichtingsmateriaal van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC). Voor overige informatie kunt u terecht op de website, www.nvpc.nl
Ziekenhuis Rivierenland TielTel.: (0344) 67 49 11www.plastischechirurgietiel.nlwww.zrt.nl
Plastische chirurgie polikliniek TielTel.: (0344) 67 40 81Plastische chirurgie Barbarapolikliniek CulemborgTel.: (0345) 56 56 00
Ruimte voor aantekeningen Ziekenhuis Rivierenland Tiel Pres. Kennedylaan 1 4002 WP Tiel Postbus 6024 4000 HA Tiel Tel. (0344) 67 49 11 Fax (0344) 67 44 19 Internetsite: www.zrt.nl
Centre universitaire de santé McGill McGill University Health Center Subject : Radiologic Exams Requiring Intravenous Contrast for Patients with Decreased Renal Function Manual : MUHC Medical Imaging Policy No. Effective Date : January 1, 2002 Originating Dept : MUHC Medical Imaging New Policy ___ Page : _1_ of ___ Revised Policy ___ I. Purpose: T
Marine Geoscience 94. Anti-phase seasonality and paleothermometry of G. ruber and G. trilobus upstream of the Agulhas Current U. Fallet MSc, Royal NIOZ, The Netherlands; U. Fallet, Royal NIOZ; G.-J.A. Brummer, Royal NIOZ; J. Zinke, Royal NIOZ, Vrije Universiteit Amsterdam; S. Vogels, Royal NIOZ, Vrije Universiteit Amsterdam; H. Ridderinkhof, Royal To infer past ocean temperatures we examined th