CP02 Meedoen aan een wijkactiviteit
2010 ITpreneurs CSI BV. All Rights Reserved
VOORAF Waar gaat het over?
In deze Cp oriënteren cursisten zich op activiteiten in hun eigen wijk. Ze gaan op zoek naar informatie,
ze gaan vragen stel en over die informatie en kiezen een activiteit waaraan ze wil en deelnemen.
Vervolgens gaan de cursisten daadwerkelijk meedoen aan een activiteit. In de lessen leren ze onder
andere hoe ze informele contacten kunnen leggen met andere deelnemers. na deelname aan de
activiteit wordt er een verslag gemaakt.
De einDtermen
de volgende eindtermen horen bij deze Cp:
algemene doelstellingen
• de kandidaat kan op adequate wijze informatie inwinnen over een wijkactiviteit.
• de kandidaat doet mee met een eenmalige wijkactiviteit of met een (kortlopende) cursus en maakt
actief contact met andere deelnemers.
• de kandidaat kan zijn ervaringen verwoorden. Cruciale handelingssituaties
Ch1: Informatie zoeken over een wijkactiviteit
1. de kandidaat kan een aankondiging lezen over een wijkactiviteit. 2. de kandidaat kan telefonisch informatie vragen bij een contactadres. 3. de kandidaat kan aante 2. de kandidaat begrijpt d 3. de kandidaat kan infor 4. de kandidaat kan zijn h DEMO
keningen maken over inhoud, tijd en plaats van de wijkactiviteit.
de kandidaat kan zich voorstel en aan de andere deelnemers.
mele contacten leggen met de andere deelnemers.
ulp aanbieden voor hand en spandiensten ter plaatse.
Ch3: Verslag maken van een wijkactiviteit
1. de kandidaat kan zijn ervaringen van een wijkactiviteit schriftelijk presenteren in de vorm van een
fotoverslag / col age met bijschrift, verslagje of kort interview voor de wijkkrant of het prikbord van
2. de kandidaat kan met behulp van het resultaat van zijn cursus een kort verslagje maken van de
cursus voor de wijkkrant, bijv. enkele foto’s of tekeningen met bijschrift.
het volgende knS thema heeft betrekking op deze Cp:
mAATSChAppelIjke pARTICIpATIe - Cp2 meedoen AAn een wIjkACTIVITeIT - doCenTenhAndleIdInG
Lessuggesties oriënteren KijKvragen bij De film
er is een bingo-avond in het buurtcentrum. Simon is de organisator en erkan helpt hem. Yasmin zet de
tafels klaar. een oude dame komt naar het buurtcentrum voor een computercursus maar gaat meedoen
met de bingo-avond. kaarten kosten € 5,- en er zijn mooie prijzen te winnen. Simon legt de spelregels
uit. erkan draait de bal etjes en Simon roept de cijfers. de oude dame heeft als eerste bingo en wint een
taart. de oude dame hoort niet zo goed. Ze verstaat Simon niet altijd. 1e ronde film kijken
laat de cursisten de film kijken met de volgende vraag uit het oefenboek. Bespreek de vraag na.
1. In het buurtcentrum is een activiteit. welke activiteit?
2e ronde film kijken
laat de cursisten de film kijkeDEMO
n met de volgende vragen uit het oefenboek. Bespreek de vragen na.
2. Simon legt het spel uit. luister goed. welke volgorde is goed? Zet de cijfers 1,2,3 achter de zinnen.
wie het eerste ‘bingo’ heeft krijgt een mooie prijs. ( 3 )
Als u een vol e kaart heeft , roept u: ‘bingo!’. ( 2 )
mAATSChAppelIjke pARTICIpATIe - Cp2 meedoen AAn een wIjkACTIVITeIT - doCenTenhAndleIdInG
3e ronde film kijken
laat de cursisten de film kijken met de volgende vragen uit het oefenboek. laat de cursisten in tweetal en
antwoord geven. Bespreek de vragen klassikaal na.
1. de oude dame kan Simon niet altijd goed verstaan. wat vraagt ze?
2. waarom is er een bingo-avond in het buurtcentrum?
tipS voor het groepSgeSpreK
Vraag welke activiteiten er in de buurt georganiseerd worden en op welke plekken dat gebeurt.
Inventariseer dat op het bord en bespreek of de cursisten die plekken kennen.
Vraag wie er wel eens deelneemt aan een buurtactiviteit. laat daar over vertel en. neem eventueel
foldermateriaal, flyers of andere aankondigingen van buurtactiviteiten mee. Bespreek waarom je zou
kunnen deelnemen aan buurtactiviteiten. voorbereiden
de volgende onderdelen horen bij voorbereiden: e-learning, oefenboek en het kiezen van een
praktijkopdracht. de oefeningen (en de praktijkopdrachten) kunnen als basis dienen voor de groepslessen.
In deze handleiding vindt u e DEMO
nkele tips bij de praktijkopdrachten en de oefeningen in het oefenboek. praktijkopdrachten en oefenboeken
In onderstaand schema staan al e voorbereidende praktijkopdrachten en portfoliopraktijkopdrachten.
portfoliopraktijkopdrachten leveren een bewijs op voor het porfolio, de voorbereidende opdrachten niet.
In het schema staan ook voorbereidende oefeningen uit het oefenboek die deelnemers als voorbereiding
van de praktijkopdrachten kunnen doen.
mAATSChAppelIjke pARTICIpATIe - Cp2 meedoen AAn een wIjkACTIVITeIT - doCenTenhAndleIdInG
meeDoen aan een WijKaCtiviteit 1. Informatie verzamelen 2. Informatie vragen over een activiteit in het buurthuis. oefenboek 3. Telefonisch vragen stellen 4. Aantekeningen maken bij over een wijkactiviteit. een telefoongesprek oefenboek oefenboek 5. Meedoen aan een activiteit in de wijk oefenboek 6. Verslag maken van een wijkactiviteit oefenboek aanWijzingen en tipS voor De praKtijKopDraChten:
In deze Cp wordt veelvuldig het woord ‘buurthuis’ gebruikt. dit woord is echter niet overal gangbaar.
Bespreek met de cursisten dat het ook kan gaan om een buurtcentrum of wijkcentrum. het gaat erom dat
zij in hun eigen wijk de instantie weten te vinden waar ze informatie kunnen halen over wijkactiviteiten.
mAATSChAppelIjke pARTICIpATIe - Cp2 meedoen AAn een wIjkACTIVITeIT - doCenTenhAndleIdInG
voorbereidende praktijkopdracht 1: informatie verzamelen
deze opdracht is bedoeld om cursisten kennis te laten maken met het buurthuis in hun wijk. deze opdracht
kunnen ze samen met andere cursisten doen. Belangrijk is dat de cursisten eerst uitzoeken waar het
dichtstbijzijnde buurthuis is en hoe ze daar kunnen komen.
In het buurthuis zelf moeten ze folders verzamelen met informatie over activiteiten in de wijk. ook moeten
ze uitzoeken of er nog informatieborden of prikborden hangen waarop soms nog andere informatie staat.
de bedoeling van deze opdracht is, om voor de cursisten die nog nooit in een buurthuis geweest zijn, de
drempel om daar binnen te gaan te verlagen. voorbereidende praktijkopdracht 2: informatie vragen over een activiteit in het buurthuis
Bij praktijkopdracht 1 hebben de cursisten informatie verzameld. Ze hebben folders en misschien informatie
over andere activiteiten in de wijk opgeschreven. Bij deze opdracht is het de bedoeling dat ze over een
van die activiteiten vragen gaan stel en. hiervoor gaan ze opnieuw naar het buurthuis. deze opdracht
kan in tweetal en gedaan worden. Ze kiezen een activiteit die hen aanspreekt en bedenken welke vragen
ze er over hebben. de bedoeling is dat ze vooraf de vragen bedenken en opschrijven. daarna kunnen ze
eventueel het gesprekje een keer samen oefenen. laat de cursisten ook oefenen wat ze kunnen zeggen als
ze de informatie die ze krijgen niet helemaal begrijpen.
Ter voorbereiding kan de cursist uit het oefenboek oefening 1 en 5 doen. portfoliopraktijkopdracht 3*: telefonisch vragen stellen over een wijkactiviteit
Bij deze opdracht gaan de cursisten net als bij praktijkopdracht 2 vragen stel en over een wijkactiviteit.
deze keer gebeurt het echter telefonisch. laat de cursisten weer kiezen uit de informatie die ze over
wijkactiviteiten verzameld he DEMO
bben bij praktijkopdracht 1. Ze kiezen een activiteit die ze interessant vinden.
Ze bedenken vooraf wanneer ze gaan bel en, wie ze moeten bel en en wat ze wil en vragen. Bij deze
opdracht hoeven de verkregen antwoorden niet opgeschreven te worden (bij portfoliopraktijkopdracht 4
worden wel aantekeningen gemaakt). Bij het kopje ‘terugkijken’ zijn extra vragen opgenomen waarop ze
antwoord moeten kunnen geven na afloop van het telefoongesprek.
Bij deze opdracht moet het bewijsformulier ‘Gesprekken’ ingevuld worden.
Ter voorbereiding kunnen de cursisten oefening 1, 2 en 5 uit het oefenboek doen. portfoliopraktijkopdracht 4*: aantekeningen maken bij een telefoongesprek
deze opdracht is grotendeels gelijk aan portfoliopraktijkopdracht 3. Bij deze opdracht moeten de cursisten
aantekeningen maken van de antwoorden die ze krijgen.
ook hier gaan de cursisten bel en met iemand die hen meer informatie kan geven over een door hen zelf
uitgekozen wijkactiviteit. Vooraf bedenken ze wat ze wil en vragen en de vragen moeten ook worden
wijs de cursisten erop dat het maken van aantekeningen meestal niet in hele zinnen gebeurt. Steekwoorden
zijn genoeg, maar dan wel op zo’n manier dat ze zelf later nog kunnen begrijpen wat ze er mee bedoelen.
Bij deze opdracht moet het bewijsformulier ‘Schrijven’ ingevuld worden.
Ter voorbereiding kan de cursist oefening 1 en 2 uit het oefenboek doen.
mAATSChAppelIjke pARTICIpATIe - Cp2 meedoen AAn een wIjkACTIVITeIT - doCenTenhAndleIdInG
portfoliopraktijkopdracht 5*: meedoen aan een wijkactiviteit
Bij deze opdracht doen cursisten mee aan een door hen zelf gekozen wijkactiviteit.
wijs hen erop dat bij portfoliopraktijkopdracht 6 een verslag van de activiteit gemaakt moet worden. Als
ze die opdracht ook gaan doen, is het handig als ze daar bij het meedoen aan de activiteit al rekening mee
houden door bijvoorbeeld foto’s te maken.
de bedoeling van deze opdracht is dat ze echt deelnemen aan een activiteit, maar ook dat ze daarbij
contact hebben met andere deelnemers in de vorm van korte informele gesprekjes.
Bij deze opdracht moet het bewijsformulier ‘Gesprekken’ ingevuld worden.
Ter voorbereiding kunnen oefening 3 en 6 uit het oefenboek gedaan worden. portfoliopraktijkopdracht 6*: verslag maken van een wijkactiviteit
Bij deze opdracht maken de cursisten een verslag van de activiteit waaraan ze meegedaan hebben. het is
een vervolg op portfoliopraktijkopdracht 5 waarin de deelname aan de activiteit centraal staat.
het verslag is bedoeld voor een wijkkrant of voor op het prikbord in het buurthuis.
er kan gekozen worden voor een verslag waarbij er vooral geschreven wordt en ter il ustratie eventueel een
foto opgenomen wordt. of er wordt gekozen voor een fotoverslag, waarbij meerdere foto’s opgenomen
zijn, al en voorzien van een korte tekst.
Bij deze opdracht moet het bewijsformulier ‘Schrijven’ ingevuld worden. het gemaakte verslag moet er
Ter voorbereiding kan oefening 4 uit het oefenboek worden gedaan. aanWijzingen en tipS bij het oefenboeK
U vindt de aanwijzingen en ti DEMO
ps bij het oefenboek in een aparte handleiding.
mAATSChAppelIjke pARTICIpATIe - Cp2 meedoen AAn een wIjkACTIVITeIT - doCenTenhAndleIdInG
Uitvoeren de deelnemers voeren de praktijkopdrachten uit buiten de school. Bespreek in de groepsles welke
opdrachten de deelnemers wanneer zul en uitvoeren. Stimuleer deelnemers om te plannen wanneer ze
praktijkopdrachten doen. het beste kunnen deelnemers de praktijkopdrachten doen terwijl de Cp wordt
behandeld. deelnemers kunnen dan van elkaar leren bij het bespreken van de uitgevoerde opdrachten. terUgKijKen de deelnemers kijken terug naar de Cp. Ze kijken terug naar de eerste bladzijde uit het oefenboek: Ik weet/
Ik kan / woordenlijst. Ze kijken of ze nog meer bol etjes kunnen inkleuren en of ze voldoende weten van
In elke praktijkopdracht is een onderdeel terugkijken opgenomen. verWerKen Zorg voor evaluatiemomenten met betrekking tot de praktijkopdrachten, de e-learning en de groepslessen.
de cursisten moeten de gelegenheid krijgen om met elkaar en met u na te praten. hieronder staan enkele
- wat vonden ze leuk en wat vonden ze minder leuk?
- wat gaat nu goed en wat vinden ze nog moeilijk?
- durven ze nu snel er een buurthuis binnen te gaan, vragen te stel en en een telefoongesprek te voeren
- kunnen ze wat ze geleer DEMO
d hebben vaker gebruiken? Zo ja, waar en wanneer?
mAATSChAppelIjke pARTICIpATIe - Cp2 meedoen AAn een wIjkACTIVITeIT - doCenTenhAndleIdInG
A Rapid iMethod™ Test for Drugs of Abuse Screening iMethod™ Test for Drugs of Abuse Screening Version 2.0 for Cliquid® Software Liquid Chromatography coupled to Tandem Mass Spectrometry LC/MS/MS system. This iMethod™ Test includes both an (LC/MS/MS) has quickly become the technique of choice for both iMethod™ test for the screening of 700 drugs of abuse in a screening and confi
Lab BT2 pGLO TRANSFORMATION of E. coli You will genetically engineer the gene for GFP into bacteria, changing the genotype and phenotype of transformed cells. Designed for two 90 minute lab periods. Adapted from BioRad Explorer‰ series for use with micropipets. PROCEDURE DAY 1: Label one closed, STERILE reaction tube “+DNA” and a secondreaction tube “–DNA.” Labe