Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-
Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de
programme du 24 décembre 2002 publiée au Moniteur belge du
programmawet van 24 december 2002 gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad van 31 december 2002.
Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :
Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :
www.moniteur.be
op : www.staatsblad.be Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Bruxelles, tél. 02 552 22 11 - Conseiller : A. Van Damme 1000 Brussel, tel. 02 552 22 11 - Adviseur : A. Van Damme Le Moniteur belge du 2 février 2005 comporteHet Belgisch Staatsblad van 2 februari 2005 bevatdeux éditions, qui portent les numéros 34 et 35.twee uitgaven, met als volgnummers 34 en 35.Lois, décrets, ordonnances et règlements Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Service public fédéral Chancellerie du Premier MinistreFederale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister
20 JANVIER 2005. — Arrêté royal portant modification de l’arrêté
20 JANUARI 2005. — Koninklijk besluit tot wijziging van het
royal du 26 septembre 1980 portant exécution des articles 1er, b), et 4, 2°,
koninklijk besluit van 26 september 1980 houdende uitvoering van de
de la loi du 1er septembre 1980 relative à l’octroi et au paiement d’une
artikelen 1, b), en 4, 2°, van de wet van 1 september 1980 betreffende de
prime syndicale à certains membres du personnel du secteur public et
toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige
de l’arrêté royal du 30 septembre 1980 relatif à l’octroi et au paiement
personeelsleden van de overheidssector en van het koninklijk besluit
d’une prime syndicale à certains membres du personnel du secteur
van 30 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van
een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van deoverheidssector, bl. 3325. Federale Overheidsdienst Financiën
17 JANVIER 2005. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du
17 JANUARI 2005. — Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijk
20 février 1980 désignant les autorités compétentes pour l’application
besluit van 20 februari 1980 houdende aanwijzing van de bevoegde
de la loi du 20 juillet 1979 concernant l’assistance mutuelle en matière
autoriteiten voor toepassing van de wet van 20 juli 1979 betreffende de
de recouvrement dans la Communauté économique européenne, des
wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen in
créances résultant d’opérations faisant partie du système de finance-
de Europese Economische Gemeenschap, die voortvloeien uit verrich-
ment du Fonds européen d’Orientation et de Garantie agricole, ainsi
tingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees
que de prélèvements agricoles, de droits de douane et de taxe sur la
Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van de
landbouwheffingen, douanerechten en belasting over de toegevoegdewaarde, bl. 3327.
21 JANVIER 2005. — Arrêté royal modifiant, en ce qui concerne
21 JANUARI 2005. — Koninklijk besluit tot wijziging van het
les avantages de toute nature, l’AR/CIR 92, p. 3329.
KB/WIB 92, op het stuk van de voordelen van alle aard, bl. 3329. Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et EnergieFederale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
22 DECEMBRE 2004. — Arrêté ministériel portant retrait et inter-
22 DECEMBER 2004. — Ministerieel besluit houdende het uit de
diction de la mise sur le marché du lit d’enfant Tom avec la
handel nemen en het verbod van het op de markt brengen van het
firme Mobiline comme producteur, p. 3331.
kinderbed Tom met als producent de firma Mobiline, bl. 3331.
22 DECEMBRE 2004. — Arrêté ministériel portant retrait et inter-
22 DECEMBER 2004. — Ministerieel besluit houdende het uit de
diction de la mise sur le marché du lit d’enfant Belle avec la firme
handel nemen en het verbod van het op de markt brengen van het
kinderbed Belle met als producent de firma Mobiline, bl. 3332.
MONITEUR BELGE − 03.02.2005 − BELGISCH STAATSBLAD
22 DECEMBRE 2004. — Arrêté ministériel portant retrait et interdic-
22 DECEMBER 2004. — Ministerieel besluit houdende het uit de
tion de la mise sur le marché du lit d’enfant Chris avec la firme Neyt
handel nemen en het verbod van het op de markt brengen van het
kinderbed Chris met als producent de firma Neyt, bl. 3332.
4 JANVIER 2005. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel
4 JANUARI 2005. — Ministerieel besluit houdende wijziging van het
du 18 septembre 1996 de reconnaissance d’organismes compétents,
ministerieel besluit van 18 september 1996 tot erkenning van bevoegde
d’organismes notifiés et de laboratoires d’essais pris en application
instanties, aangewezen instanties en beproevingslaboratoria genomen
des articles 7, 8, 10, 11, 12, 13, 14 et 15 de l’arrêté royal du 18 mai 1994
in toepassing van de artikelen 7, 8, 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van het
relatif à la compatibilité électromagnétique, p. 3333.
koninklijk besluit van 18 mei 1994 betreffende de elektromagnetischecompatibiliteit, bl. 3333.
10 JANVIER 2005. — Arrêté ministériel portant retrait et interdiction
10 JANUARI 2005. — Ministerieel besluit houdende het uit de handel
de la mise sur le marché du lit d’enfant Nico avec la firme PEP Möbel
nemen en het verbod van het op de markt brengen van het kinderbed
Nico met als producent de firma PEP Möbel Vertrieb, bl. 3334.
10 JANVIER 2005. — Arrêté ministériel portant retrait et interdiction
10 JANUARI 2005. — Ministerieel besluit houdende het uit de handel
de la mise sur le marché du lit d’enfant Corfu avec la firme
nemen en het verbod van het op de markt brengen van het kinderbed
Houtindustrie B.V. comme producteur, p. 3335.
Corfu met als producent de firma Houtindustrie B.V., bl. 3335.
10 JANVIER 2005. — Arrêté ministériel portant retrait et interdiction
10 JANUARI 2005. — Ministerieel besluit houdende het uit de handel
de la mise sur le marché du lit d’enfant Caravelle, produit avant le
nemen en het verbod van het op de markt brengen van het kinderbed
4 décembre 2003, avec la firme Megamax comme producteur, p. 3336.
Caravelle, geproduceerd vóór 4 december 2003, met als producent defirma Megamax, bl. 3336.
10 JANVIER 2005. — Arrêté ministériel portant retrait et interdiction
10 JANUARI 2005. — Ministerieel besluit houdende het uit de handel
de la mise sur le marché du lit d’enfant Virginie, produit avant le
nemen en het verbod van het op de markt brengen van het kinderbed
4 décembre 2003, avec la firme Megamax comme producteur, p. 3337.
Virginie, geproduceerd vóór 4 december 2003, met als producent defirma Megamax, bl. 3337. Gouvernements de Communauté et de RégionMinistère de la Communauté flamandeMinisterie van de Vlaamse Gemeenschap
17 DECEMBRE 2004. — Arrêté du Gouvernement flamand relatif au
17 DECEMBER 2004. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende
financement en 2004 des centres d’étude de l’enseignement supérieur
de financiering van de studiecentra open hoger onderwijs in 2004,
Ministère de la Communauté françaiseMinisterie van de Franse Gemeenschap
9 JUIN 2004. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté
9 JUNI 2004. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap
française octroyant une dotation pour l’année scolaire 2004-2005 au
houdende toekenning van een dotatie voor het schooljaar 2004-2005
réseau de l’enseignement secondaire organisé par la Communauté
aan het secundair onderwijsnet georganiseerd door de Franse Gemeen-
française, en application de l’article 12 du décret du 30 juin 1998 visant
schap, bij toepassing van artikel 12 van het decreet van 30 juni 1998 dat
à assurer à tous les élèves des chances égales d’émancipation sociale,
erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te
notamment par la mise en œuvre de discriminations positives, p. 3340.
geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positievediscriminatie, bl. 3370.
21 DECEMBRE 2004. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté
21 DECEMBER 2004. — Besluit van de Regering van de Franse
française modifiant l’arrêté du 10 octobre 2002 relatif à la procédure de
Gemeenschap tot wijziging van het besluit van 10 oktober 2002
contrôle de la pratique du dopage, et fixant l’entrée en vigueur de
betreffende de controleprocedure voor de dopingpraktijk en tot vast-
certaines dispositions du décret du 8 mars 2001 relatif à la promotion
stelling van de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het
de la santé dans la pratique du sport, à l’interdiction du dopage et à sa
decreet van 8 maart 2001 betreffende de promotie van de gezondheid
prévention en Communauté française, p. 3371.
bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie van dopingin de Franse Gemeenschap, bl. 3372.
20 DECEMBRE 2004. — Arrêté ministériel portant transfert de
20 DECEMBER 2004. — Ministerieel besluit houdende overdracht
crédits entre les programmes 02, 03 et 04 de la division organique 12
van kredieten tussen programma’s 02, 03 en 04 van organisatie-
et le programme 05 de la division organique 30 du budget général
afdeling 12 en programma 05 van organisatieafdeling 30 van de
des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2004,
algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het
MONITEUR BELGE — 03.02.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
Uitr. — Werking Inrichtingen die een dotatie genieten 364.094,00 U Inrichtingen die geen dotatie meer genieten Uitr. - Werking in 10.692,00 U Art. 4. De dotaties die lager zijn dan of gelijk zijn aan vijfduizend euro worden in één keer uitbetaald vanaf Art. 5. De dotaties van meer dan vijfduizend euro worden in twee keer uitbetaald, respectievelijk ten belope van
80 % en 20 % op 1 september 2004 en 1 januari 2005. Art. 6. Op het einde van de voorziene activiteiten en ten laatste voor 30 september 2005 stuurt het hoofd van de
inrichting een activiteitenverslag naar de Commissie voor positieve discriminatie. Art. 7. Het Hoofd van de inrichting houdt ter beschikking van de dienst voor Controle van de Franse
Gemeenschap gedurende vijf jaar een aparte boekhouding bij met een gedetailleerde rekening van de ontvangsten enuitgaven samen met al het oorspronkelijk bewijsmateriaal dat chronologisch wordt gerangschikt. Art. 8. Het hoofd van de inrichting wordt ertoe gehouden aan de Franse Gemeenschap elk niet-gebruikt bedrag
terug te betalen alsmede elke uitgave die niet met de in bijlage opgenomen beschrijving overeenkomt of waarvoor hetbewijsmateriaal door een andere bezoldiging gedekt wordt. Art. 9. De Minister tot wiens bevoegdheid het Secundair Onderwijs behoort, wordt belast met de uitvoering van
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Kinderwelzijn belast met het Basisonderwijs, de Opvang
en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. »,
De Minister van Secundair onderwijs en Buitengewoon onderwijs,
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE 21 DECEMBRE 2004. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté française modifiant l’arrêté du 10 octobre 2002 relatif à la procédure de contrôle de la pratique du dopage, et fixant l’entrée en vigueur de certaines dispositions du décret du 8 mars 2001 relatif à la promotion de la santé dans la pratique du sport, à l’interdiction du dopage et à sa prévention en Communauté française
Le Gouvernement de la Communauté française,
Vu le décret du 8 mars 2001 relatif à la promotion de la santé dans la pratique du sport, à l’interdiction du
dopage et à sa prévention en Communauté française, notamment l’article 10;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 10 octobre 2002 relatif à la procédure de contrôle
de la pratique du dopage, et fixant l’entrée en vigueur de certaines dispositions du décret du 8 mars 2001 relatif àla promotion de la santé dans la pratique du sport, à l’interdiction du dopage et à sa prévention en Communautéfrançaise, notamment l’article 15;
Vu l’avis de la Commission francophone de promotion de la santé dans la pratique du sport, donné le
Vu l’avis du Conseil supérieur de l’Education physique, des Sports et de la Vie en plein air, donné le
Vu l’article 3, § 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;
MONITEUR BELGE — 03.02.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
Vu l’urgence justifiée par la nécessité d’informer, dans les meilleurs délais, les fédérations sportives, les cercles
sportifs et les sportifs, par la publication au moniteur belge de l’arrêté en projet avant son entrée en vigueur, ducontenu de la nouvelle liste des substances et méthodes interdites à partir du 1er janvier 2005.
Sur proposition du Ministre ayant la lutte contre le dopage dans ses attributions;
Vu la délibération du Gouvernement de la Communauté française du 21 décembre 2004,
Article 1er. L’annexe de l’arrêté du 10 octobre 2002 relatif à la procédure de contrôle de la pratique du dopage,
et fixant l’entrée en vigueur de certaines dispositions du décret du 8 mars 2001 relatif à la promotion de la santédans la pratique du sport, à l’interdiction du dopage et à sa prévention en Communauté française, est remplacéepar l’annexe jointe au présent arrêté. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2005.
Par le Gouvernement de la Communauté française :
Le Ministre de la Fonction publique et des Sports,
MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP 21 DECEMBER 2004. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van 10 oktober 2002 betreffende de controleprocedure voor de dopingpraktijk en tot vaststelling van de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het decreet van 8 maart 2001 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie van doping in de Franse Gemeenschap
Gelet op het decreet van 8 maart 2001 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening,
het dopingverbod en de preventie van doping in de Franse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 10;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van 10 oktober 2002
betreffende de controleprocedure voor de dopingpraktijk en tot vaststelling van de inwerkingtreding van sommige
bepalingen van het decreet van 8 maart 2001 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het
dopingverbod en de preventie van doping in de Franse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op het advies van de Franstalige Commissie voor de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening,
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Openluchtleven van de Franse
Gemeenschap, gegeven op 24 november 2004;
Gelet op artikel 3, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;Gelet op de dringende noodzakelijkheid onverwijld de sportfederaties, de sportverenigingen en de sportbeoefe-
naars, door de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het ontworpen besluit vóór de inwerkingtreding ervan, op
de hoogte te brengen van de inhoud van de nieuwe lijst van de vanaf 1 januari 2005 verboden substanties en methodes;
Op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid de dopingbestrijding behoort;Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 december 2004,
Artikel 1. De bijlage van het besluit van 10 oktober 2002 betreffende de controleprocedure voor de dopingpraktijk
en tot vaststelling van de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het decreet van 8 maart 2001 betreffende depromotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie van doping in de FranseGemeenschap, wordt vervangen door de bij dit besluit gevoegde bijlage. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap,
De Minister van Ambtenarenzaken en Sport,
MONITEUR BELGE — 03.02.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
Annexe à l’arrêté du 10 octobre 2002 relatif à la procédure de contrôle de la pratique du dopage, et fixant l’entrée en vigueur du décret du 8 mars 2001 relatif à la promotion de la santé dans la pratique du sport, à l’interdiction du dopage et à sa prévention en Communauté française, modifié par l’arrêté du 21 décembre 2004. LISTE DES INTERDICTIONS
Pour les besoins de la présente annexe :
- ″exogène″ désigne une substance qui ne peut pas être produite naturellement par l’organisme humain
- ″endogène″ désigne une substance qui peut être produite naturellement par l’organisme humain
SUBSTANCES ET MÉTHODES INTERDITES EN PERMANENCE (EN ET HORS COMPÉTITION) SUBSTANCES INTERDITES S1. AGENTS ANABOLISANTS
Les agents anabolisants sont interdits.
1. Stéroïdes anabolisants androgènes (SAA)
18α-homo-17β-hydroxyestr-4-en-3-one; bolastérone; boldénone; boldione; calustérone; clostébol; danazol;
déhydrochlorométhyl-testostérone; delta1-androstène-3,17-dione; delta1-androstènediol; delta1-dihydro-testostérone;drostanolone; éthylestrénol; fluoxymestérone; formébolone; furazabol; gestrinone; 4-hydroxytestostérone; 4-hydroxy-19-nortestostérone; mestanolone; mestérolone; méténolone; méthandiénone; méthandriol; méthyldiénolone; méthyl-triénolone; méthyltestostérone; mibolérone; nandrolone; 19-norandrostènediol; 19-norandrostènedione; norboléthone;norclostébol; noréthandrolone; oxabolone; oxandrolone; oxymestérone; oxymétholone; quinbolone; stanozolol; stenbo-lone; tétrahydrogestrinone; trenbolone et autres substances possédant une structure chimique similaire ou un (des)effet(s) biologique(s) similaire(s). androstènediol (androst-5-ène-3β,17β-diol); androstènedione (androst-4-ène-3,17-dione); déhydroépiandros- térone (DHEA); dihydrotestostérone; testostérone.
et les métabolites ou isomères suivants :
5α-androstane-3α,17α-diol; 5α-androstane-3α,17β-diol; 5α-androstane-3β,17α-diol; 5α-androstane-3β,17β-diol; androst-4-ène-3α,17α-diol; androst-4-ène-3α,17β -diol; androst-4-ène-3β,17α-diol; androst-5-ène-3α,17α-diol; androst- 5-ène-3α,17β-diol; androst-5-ène-3β,17α-diol; 4-androstènediol (androst-4-ène-3β,17β-diol); 5-androstènedione (androst- 5-ène-3,17-dione); épi-dihydrotestostérone; 3α-hydroxy-5α-androstan-17-one; 3β-hydroxy-5α-androstan-17-one; 19-norandrostérone; 19-norétiocholanolone.
Dans le cas d’une substance interdite (selon la liste ci-dessus) pouvant être produite naturellement par le corps, un
échantillon sera considéré comme contenant cette substance interdite si la concentration de la substance interdite ou deses métabolites ou de ses marqueurs et/ou tout autre rapport pertinent dans l’échantillon du sportif s’écartesuffisamment des valeurs normales trouvées chez l’homme pour qu’une production endogène normale soit improbable. Un échantillon ne sera pas considéré comme contenant une substance interdite si le sportif prouve que la concentrationde substance interdite ou de ses métabolites ou de ses marqueurs et/ou tout autre rapport pertinent dans l’échantillondu sportif est attribuable à un état physiologique ou pathologique. Dans tous les cas, et quelle que soit la concentration,le laboratoire rendra un résultat d’analyse anormal si, en se basant sur une méthode d’analyse fiable, il peut démontrerque la substance interdite est d’origine exogène.
Si le résultat de laboratoire n’est pas concluant et qu’aucune concentration décrite au paragraphe ci-dessus n’est
mesurée, la fédération sportive responsable effectuera une investigation plus approfondie s’il existe de sérieusesindications, telles que la comparaison avec des profils stéroïdiens de référence, d’un possible usage d’une substanceinterdite.
Si le laboratoire a rendu un rapport T/E supérieur à quatre (4) pour un (1) dans l’urine, une investigation
complémentaire est obligatoire afin de déterminer si le rapport est dû à un état physiologique ou pathologique,sauf si le laboratoire rapporte un résultat d’analyse anormal basé sur une méthode d’analyse fiable, démontrant que lasubstance interdite est d’origine exogène.
En cas d’investigation, celle-ci comprendra un examen de tous les contrôles antérieurs et/ou subséquents. Si les
contrôles antérieurs ne sont pas disponibles, le sportif devra se soumettre à un contrôle inopiné au moins trois foispendant une période de trois mois.
Si le sportif refuse de collaborer aux examens complémentaires, son échantillon sera considéré comme contenant
2. Autres agents anabolisants, incluant sans s’y limiter : Clenbutérol, zéranol, zilpatérol.
MONITEUR BELGE — 03.02.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
S2. HORMONES ET SUBSTANCES APPARENTÉES
Les substances qui suivent, y compris d’autres substances possédant une structure chimique similaire ou un (des)
effet(s) biologique(s) similaire(s), et leurs facteurs de libération, sont interdites :
1. Érythropoïétine (EPO); 2. Hormone de croissance (hGH), facteur de croissance analogue à l’insuline (IGF-1), facteurs de croissance mécanique (MGFs); 3. Gonadotrophines (LH, hCG); 4. Insuline; 5. Corticotrophines. A moins que le sportif puisse démontrer que la concentration était due à un état physiologique ou pathologique,
un échantillon sera considéré comme contenant une substance interdite (selon la liste ci-dessus) lorsque la concentrationde substance interdite ou de ses métabolites ou de ses marqueurs et/ou tout autre rapport pertinent dans l’échantillondu sportif est supérieur aux valeurs normales chez l’humain et qu’une production endogène normale soit improbable.
En outre, la présence de substances possédant une structure chimique similaire ou un (des) effet(s) biologique(s)
similaire(s), de marqueur(s) diagnostique(s) ou de facteurs de libération d’une hormone apparaissant dans la listeci-dessus, ou de tout autre résultat indiquant que la substance détectée est d’origine exogène, sera rapportée commeun résultat d’analyse anormal. S3. BETA-2 AGONISTES
Tous les béta-2 agonistes, y compris leurs isomères D- et L-, sont interdits. Leur utilisation requiert une autorisation
d’usage à des fins thérapeutiques.
A titre d’exception, le formotérol, le salbutamol, le salmétérol et la terbutaline, lorsque utilisés par inhalation
pour prévenir et/ou traiter l’asthme et l’asthme ou bronchoconstriction d’effort, nécessitent une autorisation d’usageà des fins thérapeutiques abrégée.
Même si une autorisation d’usage à des fins thérapeutiques est accordée, si le laboratoire a rapporté une
concentration de salbutamol (libre plus glucuronide) supérieure à 1000 ng/mL, ce résultat sera considéré commeun résultat d’analyse anormal jusqu’à ce que le sportif prouve que ce résultat anormal est consécutif à l’usagethérapeutique de salbutamol par voie inhalée. S4. AGENTS AVEC ACTIVITE ANTI-OESTROGENE Les classes suivantes de substances anti-œstrogéniques sont interdites : 1. Inhibiteurs d’aromatase, incluant sans s’y limiter : anastrozole, létrozole, aminogluthétimide, exémestane, formestane, testolactone. 2. Modulateurs sélectifs des récepteurs aux œstrogènes, incluant sans s’y limiter : raloxifène, tamoxifène, torémifène. 3. Autres substances anti-œstrogéniques, incluant sans s’y limiter : clomifène, cyclofénil, fulvestrant. S5. DIURETIQUES ET AUTRES AGENTS MASQUANTS Les diurétiques et autres agents masquants sont interdits. Les agents masquants incluent, sans s’y limiter : diurétiques*, épitestostérone, probénécide, inhibiteurs de l’alpha-réductase (par exemple dutastéride et finastéride), succédanés de plasma (par exemple albumine, dextran, hydroxyéthylamidon).
Les diurétiques incluent : acétazolamide, amiloride, bumétanide, canrénone, chlortalidone, acide étacrynique, furosémide, indapamide, métolazone, spironolactone, thiazides (par exemple bendrofluméthiazide, chlorothiazide, hydrochlorothiazide), triamtérène, et autres substances possédant une structure chimique similaire ou un (des) effet(s) biologique(s) similaire(s).
* Une autorisation d’usage à des fins thérapeutiques n’est pas valable si l’échantillon d’urine du sportif contient
un diurétique détecté en association avec des substances interdites à leurs niveaux seuils ou en dessous de leursniveaux seuils.
Certaines substances (Carboxy-THC, Cathine, Ephrédine, Méthylephrédine, Epitestostérone, 19-norandrostérone,
Morphine et Salbutamol), de même que le rapport Testostérone/Epitesostérone sont soumis à des seuils analytiquesqui spécifient qu’une certaine valeur doit être atteinte pour donner lieu à un résultat d’analyse anormal. METHODES INTERDITES M1. AMELIORATION DU TRANSFERT D’OXYGENE Ce qui suit est interdit : a. Le dopage sanguin, y compris l’utilisation de produits sanguins autologues, homologues ou hétérologues ou
de globules rouges de toute origine, dans un autre but que pour un traitement médical justifié. b. L’amélioration artificielle de la consommation, du transport ou de la libération de l’oxygène, incluant sans s’y
limiter les produits chimiques perfluorés, l’éfaproxiral (RSR13) et les produits d’hémoglobine modifiée (par exempleles substituts de sang à base d’hémoglobine, les produits à base d’hémoglobines réticulées). M2. MANIPULATION CHIMIQUE ET PHYSIQUE Ce qui suit est interdit : La falsification, ou la tentative de falsification, dans le but d’altérer l’intégrité et la validité des échantillons recueillis
lors des contrôles du dopage.
Cette catégorie comprend, sans s’y limiter, les perfusions intraveineuses*, la cathétérisation, la substitution et/ou
* Excepté dans le cadre légitime d’un traitement médical aigu, les perfusions intraveineuses sont interdites. M3. DOPAGE GENETIQUE L’utilisation non thérapeutique de cellules, gènes, éléments génétiques, ou de la modulation de l’expression
génique, ayant la capacité d’augmenter la performance sportive, est interdite.
MONITEUR BELGE — 03.02.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
SUBSTANCES ET METHODES INTERDITES EN COMPETITION Outre les catégories S1 à S5 et M1 à M3 définies ci-dessus, les catégories suivantes sont interdites en compétition : SUBSTANCES INTERDITES S6. STIMULANTS
Les stimulants qui suivent sont interdits, y compris leurs isomères optiques (D- et L-) lorsqu’ils s’appliquent :
Adrafinil, amfépramone, amiphénazole, amphétamine, amphétaminil, benzphétamine, bromantan, carphédon, cathine*, clobenzorex, cocaïne, diméthylamphétamine, éphédrine**, étilamphétamine, étiléfrine, famprofazone, fencamfamine, fencamine, fénétylline, fenfluramine, fenproporex, furfénorex, méfénorex, méphentermine, méso- carbe, méthamphétamine, méthylamphétamine, méthylènedioxyamphétamine, méthylènedioxyméthamphétamine, méthyléphédrine**, méthylphénidate, modafinil, nicéthamide, norfenfluramine, parahydroxyamphétamine, pémoline, phendimétrazine, phenmétrazine, phentermine, prolintane, sélégiline, strychnine et autres substances possédant une structure chimique similaire ou un (des) effet(s) biologique(s) similaire(s).
* La cathine est interdite quand sa concentration dans l’urine dépasse 5 microgrammes par millilitre.
** L’éphédrine et la méthyléphédrine sont interdites quand leurs concentrations respectives dans l’urine
dépassent 10 microgrammes par millilitre.
NOTE : L’adrénaline, associée à des agents anesthésiques locaux, ou en préparation à usage local (par exemple par
voie nasale ou ophtalmologique), n’est pas interdite. S7. NARCOTIQUES
Les narcotiques qui suivent sont interdits :
buprénorphine, dextromoramide, diamorphine (héroïne), fentanyl et ses dérivés, hydromorphone, méthadone, morphine, oxycodone, oxymorphone, pentazocine, péthidine. S8. CANNABINOIDES
Les cannabinoïdes (par exemple le haschisch, la marijuana) sont interdits. S9. GLUCOCORTICOIDES
Tous les glucocorticoïdes sont interdits lorsqu’ils sont administrés par voie orale, rectale, intraveineuse ou
intramusculaire. Leur utilisation requiert l’obtention d’une autorisation d’usage à des fins thérapeutiques.
Toute autre voie d’administration nécessite une autorisation d’usage à des fins thérapeutiques abrégée.
Les préparations cutanées ne sont pas interdites. SUBSTANCES INTERDITES DANS CERTAINS SPORTS P1. ALCOOL
L’alcool (éthanol) est interdit en compétition seulement, dans les sports suivants. La détection sera effectuée par
éthylométrie et/ou analyse sanguine. Le seuil de violation est indiqué entre parenthèses. P2. BETA-BLOQUANTS A moins d’indication contraire, les béta-bloquants sont interdits en compétition seulement, dans les sports suivants.
Pentathlon moderne (UIPM) pour les épreuves compre-
Ski (FIS) pour le saut à skis et le snowboard free style
Tir (ISSF) (aussi interdits hors compétition)
Tir à l’arc (FITA) (aussi interdits hors compétition)
Lutte (FILA)Motocyclisme (FIM)Natation (FINA) en plongeon et nage synchronisée
Les béta-bloquants incluent sans s’y limiter : acébutolol, alprénolol, aténolol, bétaxolol, bisoprolol, bunolol, cartéolol, carvédilol, céliprolol, esmolol, labétalol, lévobunolol, métipranolol, métoprolol, nadolol, oxprénolol, pindolol, propranolol, sotalol, timolol.
Monica Zolezzi, BPharm, MSc. Long-acting injectable antipsychotics, also known as "depots", were developed in the late 1960s as an attempt toimprove compliance and long-term management of schizophrenia. Despite their availability for over 30 years,guidelines for their use and data on patients for whom long-acting injectable antipsychotics are most indicated aresparse and vary consider