Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2009, 78
Overzichtsartikel 239 Biggencastratie onder verdoving 1S. Van Beirendonck, 1,2B. Driessen, 2R. Geers
1Katholieke Hogeschool Kempen, Cluster Dier&Welzijn, Kleinhoefstraat 4, B-2440 Geel
2Zoötechnisch Centrum, K.U.Leuven, Bijzondere weg 12, B-3360 Lovenjoel
SAMENVATTING De castratie van biggen staat bekend als een belangrijk economisch en welzijnsprobleem in de huidige varkenshouderij. De Belgische varkenssector staat onder druk om op korte termijn oplos- singen voor dit dierenwelzijnprobleem te vinden. Een mogelijk alternatief is het castreren van big- gen onder verdoving om de pijn tijdens de castratie te verminderen. Ook de berengeur in vlees kan er door gereduceerd worden, en het dierenwelzijn en de arbeidsomstandigheden kunnen er door verbeterd worden. Bovendien worden andere potentiële technieken om castratie te beperken, ver- der onderzocht. Bij castratie onder verdoving wordt de pijn tijdens de castratie weggenomen, maar analgetica blijven noodzakelijk voor de behandeling van napijnen.
hiervoor is dat men lange tijd aannam dat neonatenminder pijn voelen vanwege de onrijpheid van hun
Al eeuwen worden mannelijke dieren voor de
neurale ontwikkeling (Anand, 1990; Fitzgerald, 1994;
vleesproductie gecastreerd om gemakkelijker han-
Andrews en Fitzgerald, 1994). Onderzoek bij mensen
teerbare en minder agressieve dieren te krijgen.
heeft echter uitgewezen dat pijnperceptie van pasge-
Castratie zorgt ook voor een betere vetopslag, die
borenen en kinderen vergelijkbaar is met de pijnerva-
vroeger een geprezen eigenschap was (Maes et al.,
ring van volwassenen. Volgens het analogiebesluit kan
2002). Vandaag de dag wenst de consument mager
op grond van overeenkomsten in de anatomie (het
vlees. Door de gestegen vraag naar mager vlees en de
pijnsysteem), de fysiologie (de pijngewaarwording) en
lagere productiekosten van een niet-gecastreerd dier,
het gedrag (de pijnuiting) tussen de mens en ‘hogere’
neemt het castreren in sommige landen af. Hoewel er
dieren aangenomen worden dat pijngevoelens van die-
vanuit het standpunt van dierenwelzijn een druk is om
ren analoog zijn aan die van mensen (Hendriksen en
te stoppen met castreren, wordt het opfokken van niet-
Boumans, 2006). Er zijn sterke aanwijzingen dat ca-
gecastreerde varkens in de meeste landen vermeden
stratie pijn veroorzaakt bij biggen, niet alleen op het
omwille van de kans op vlees met berengeur (Prunier
moment zelf, maar ook nog dagen daarna (Taylor etet al., 2006). Gedrags- en gezondheidsaspecten van de
al., 2001; Hay et al., 2003; Henke en Erhardt, 2004).
varkens worden tegenwoordig echter aanzien als
De innervatie van het scrotum en de testikels is
belangrijke kwaliteitskenmerken van het productie -
zeer complex. De sensorische en motorische zenuwen
proces (Driessen et al., 2008). De onverdoofde
innerveren de huid van het scrotum en de weefsels bin-
chirurgische castratie van mannelijke biggen is een
nenin het scrotum. Er zijn ook sensorische sympathi-
belangrijk welzijnsprobleem in de huidige varkens -houderij. De castratie van mannelijke varkens wordtniet routinematig uitgevoerd in Australië, waar sinds
Tabel 1. Karkas- en slachtgewichten in de EU (EFSA,
enkele jaren immunocastratie toegelaten is (Prunier etal., 2006). In Ierland en het Verenigd Koninkrijk is de
Gemiddeld
castratie van biggen zelfs bij wet verboden. Ze komt
karkasgewicht (kg) gewicht (kg)
ook minder voor in Spanje, Portugal, Griekenland enDenemarken waar varkens geslacht worden op een
lager gewicht (Tabel 1). In de overige landen worden
alle mannelijke varkens die niet als fokdier worden
gehouden, gecastreerd. Ieder jaar worden ongeveer
100 miljoen varkens in de Europese Unie gecastreerd,
wat overeenkomt met 83 % van de mannelijke
varkenspopulatie in de EU (EFSA, 2004) (Tabel 1).
De castratie wordt bij beerbiggen die jonger zijn
dan 7 dagen (EU-richtlijn 2001/93/EC) uitgevoerd en
dit meestal zonder verdoving. De achterliggende reden
Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2009, 78
sche zenuwen die pijn in de testikels en geassocieerde
Tabel 2. Groeiprestaties en karkassamenstelling (Pig
structuren kunnen detecteren en tevens de oppervlak-
Improvement Company-varken, 30-90 kg levend ge-
kige weefsels van het scrotum en de bloedvaten inner-
wicht) (Krick et al., 1992).
veren. Deze zenuwen ontstaan ter hoogte van delumbale en sacrale zenuwen en de zenuwplexi. Alle
Parameter Gecastreerd
weefsels geassocieerd met castratie worden door dezezenuwen geïnnerveerd. De weefselschade, die gedu-
rende de castratie onvermijdelijk is, is pijnlijk (EFSA,
Onder druk van consumenten, dierenwelzijnsorga-
nisaties en supermarktketens wordt er koortsachtig
naar alternatieven voor onverdoofde biggencastratie
NADELEN VAN CHIRURGISCHE CASTRATIEZONDER VERDOVING
dan voor bargen (Maes et al., 2002). Bargen hebbeneen minder hoge nitraat- en fosfaatretentie dan beren
Aantasting van het dierenwelzijn
aangezien ze minder nitraat en fosfaat opnemen uitvoeder en op die manier meer nitraat (7 %) en fosfaat
De chirurgische castratie van mannelijke varkens
(5 %) uitscheiden, wat tot een hogere milieubelasting
zonder anesthesie is in strijd met het dierenwelzijn
leidt (Desmoulin, Bonneau en Bourdon, 1974)
omdat castratie pijn veroorzaakt. Uit gedragsobserva-
ties (Hay et al., 2003) en geluidsmetingen waarbij defrequentie en de intensiteit van het schreeuwen tijdens
Karkas- en vleeskwaliteit
de castratie werden vastgelegd (Weary et al., 1988),blijkt dat castratie zonder anesthesie een pijnlijke in-
De karkas- en vleeskwaliteit van beren is meer ge-
liefd dan deze van bargen, omdat intacte beren een la-gere ontwikkeling van vetweefsel hebben (Prescott en
Verminderde gezondheid
Lamming, 1967; Hansson et al., 1975; Fortin et al.,1983; Hansen en Lewis, 1993) (Tabel 2).
Onderzoeksresultaten van De Kruijf en Welling
Omwille van de lagere ontwikkeling van voorna-
(1988) tonen aan dat het castreren van beren een ne-
melijk het intramusculair vetweefsel is het vlees van
gatieve invloed heeft op de diergezondheid. Zo wer-
beren visueel aantrekkelijker voor de consument. Ja-
den meer lever- en longaandoeningen bij bargen
turasitha et al. (2006) onderzochten de karkaskarakte-
vastgesteld en lag het percentage poot- en staartont-
ristieken van beren en bargen (Large White x Landrace
stekingen hoger bij bargen dan bij intacte beren. De
x Seghers) die geslacht werden bij een levend gewicht
staartletsels kunnen een mogelijke intredepoort zijn
van 110 kg. Zij vonden een gemiddeld mager vlees-
voor allerlei infecties, waardoor gecastreerde dieren
percentage van 61,8 in het lendenstuk van de onder-
meer infectieuze aandoeningen kunnen vertonen.
zochte bargen, bij de beren was dat 63,9. Het
De kans dat een castratiewonde geïnfecteerd wordt,
lendenstuk van de bargen bevatte gemiddeld 20 % vet
neemt toe met de leeftijd waarop de castratie wordt uit-
gevoerd. Als er geen infectie optreedt, zijn de dikke
Ook de karakteristieken van spierweefsel en vet-
rode wondranden ten hoogste 3 dagen waarneembaar.
weefsel zijn beduidend verschillend bij beren en bar-
Bij infecties kunnen rond de wonde zwellingen wor-
gen (Malmfors en Nilsson, 1978; Wood en Enser,
den waargenomen (Weary et al., 1998).
1982; Ellis et al., 1983). In het onderzoek van Jatura-sitha et al. (2006) was 46,1% van de vetzuren bij de
Productieresultaten en milieu
bargen verzadigd en 53,9% onverzadigd. Bij de berenwas dit respectievelijk 44,4% en 55,7%.
Niet-gecastreerde beren groeien sneller, ze heb-
ben een efficiëntere voederconversie, produceren bij
eenzelfde voederopname minder mest en scheidenminder mineralen uit. Uit onderzoeken van Walstra en
Dierenwelzijn
Kroeske (1968), Fowler et al. (1981) en Andersson etal. (1997) bleek dat beren een betere voederconversie
Algemene of lokale anesthesie kan de onmid
hebben dan bargen. In het onderzoek van Andersson
dellijke en postoperatieve pijnreacties verminderen
et al. (1997) vertoonden intacte beren een dagelijkse
(McGlone en Hellman, 1988; White et al., 1995).
groei van 23 g per dag meer dan bargen. Ze hadden
Kluivers-Poodt et al. (2007) toonden door middel
hiervoor ook 0,15 kg voer/kg groei minder nodig. Min-
van vocalisaties aan dat lidocaïne bij de castratie van
der voederverbruik betekent minder voederkosten en
beerbiggen een significante reductie van de pijnbele-
een lagere mestproductie (Bonneau, 1998). De pro-
ving geeft. Met behulp van plasmacortisol en de huid-
ductiekosten, inclusief arbeid, zijn lager voor beren
temperatuur toonden ze ook een reductie van de
Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2009, 78
stressrespons aan. In vergelijking met de reacties van
kosten 1,28 euro per beerbig meer bedroegen indien
biggen tijdens shamcastratie, waarbij de beer tweemaal
de lokale verdoving met lidocaïne door de dierenarts
opgepakt wordt, leken de gevonden effecten echter
werd toegediend. Als de varkenshouder zelf de lido-
klein en moesten de auteurs besluiten dat de castratie
caïneverdoving uitvoerde, waren de kosten (het pro-
ondanks de lokale verdoving nog veel pijn veroor-
duct en de extra arbeidskosten voor de varkenshouder)
zaakte. Een pijnstiller (0,2cc meloxicam) had weinig
effect tijdens de castratie maar wel de dagen erna.
In een studie van Eijck et al. (2007) werden de kos-
ten van de plaatselijke verdoving met lidocaïne op 0,25
Verminderde gezondheid
euro per nest met vijf beerbiggen geschat. Daarbijkwamen nog de kosten van de dierenarts die de dieren
Da Silva (1999) beschreef dat geslachtshormonen
verdoofde. Deze werden op 1,73 euro geschat per nest
een directe invloed hebben op het immuunsysteem
met vijf beerbiggen. De extra arbeidskosten van de
door de specifieke receptoren in de thymus en op
varkenshouder werden niet meegerekend.
perifere immunocompetente cellen. Het effect op het
Lahrmann et al. (2006) verdoofden biggen vóór de
immuunsysteem en ziekteprocessen in vivo kunnen
castratie met ketamine en azaperone (intramusculaire
gemoduleerd worden door veranderingen geïnduceerd
toediening). Zij zagen als economische nadelen de lan-
door sekssteroïden in andere biologische systemen die
gere duur van de castratie, de kosten van de verdo-
vingsproducten en de kosten van de dierenarts. Dekosten van de anesthesie en de dierenarts werden beide
Productieresultaten en milieu
op 1 euro per gecastreerde big geschat.
Volgens Jaturasitha et al. (2006) is de lagere groei-
snelheid van bargen ten opzichte van beren te wijtenaan het feit dat ze geen testosteron meer aanmaken.
De verdoving kan op verschillende manieren wor-
Ook bargen die gecastreerd worden onder verdoving,
den uitgevoerd. Er wordt een onderscheid gemaakt tus-
hebben dus een lagere groeisnelheid dan beren. Ver-
sen algemene verdoving (bewustzijnsverlies) en lokale
der haalden de auteurs aan dat beren een betere voe-
of plaatselijke verdoving. Verder kan de verdoving be-
derconversie hebben dan bargen als gevolg van een
reikt worden door injectie, inhalatie of door middel van
lagere voeropname en een hogere groeisnelheid. Aan-
een neusspray. Het voordeel van verdoving is dat de
gezien ook deze eigenschap terug te brengen is tot het
pijn tijdens de castratie wordt vermeden en zodoende
al dan niet produceren van testosteron, zal dit ook waar
het dierenwelzijn verbeterd wordt (EFSA, 2004).
zijn ten opzichte van bargen die onder verdoving ge-
In de Europese Unie is het gebruik van anesthetica
voorbehouden aan dierenartsen. Verder vallen veteri-naire medicinale producten voor dieren bestemd voor
Karkas- en vleeskwaliteit
menselijke consumptie onder de Maximum ResidueLimits (MRL) regelgeving. Een product mag enkel ge-
Er zijn nog geen wetenschappelijke artikels ver-
bruikt worden als het op de lijst van producten staat
schenen over eventuele verschillen in karkaskwaliteit
waarvoor een MRL is vastgelegd (Lijst I) voor een be-
van beren die gecastreerd werden onder en zonder ver-
paalde diersoort (voor varkens is dit het geval voor
azaperone en flunixine) of op de lijst van productendie niet onderworpen zijn aan MRL’s (Lijst II) voor
Kostprijs
een bepaalde diersoort (aspirine, ketamine, ketopro-fen, xylazine en adrenaline voor varkens) (European
De extra kost van chirurgische castratie onder ver-
doving is tweeledig. Enerzijds is er de extra kostprijsvan de anesthesie, anderzijds is het ook arbeidsinten-
Lokale anesthesie
siever dan de chirurgische castratie zonder verdoving.
In een Nederlandse studie van Roelofs en Baltussen
(2007) werd berekend wat de extra arbeid is als gevolgvan de pijnbestrijding bij het castreren van mannelijke
Bij lokale anesthesie tijdens de castratie wordt
biggen. Deze bedroeg 0,25 minuten per big voor de
meestal een 0,5; 1,0 of 2 %-lidocaïneconcentratie ge-
dierenarts en 0,22 minuten per big voor de varkens-
bruikt. Wat de MRL-regelgeving betreft, staat lido-
houder als de dierenarts de verdoving met lidocaïne
caïne op lijst II, maar enkel voor paarden. Lidocaïne,
intratesticulair uitvoerde; 0,43 minuten per big als de
niet geregistreerd voor het gebruik bij varkens, kan in
varkenshouder met lidocaïne verdoofde, 0,28 minuten
de teelbal of in de zaadstreng worden geïnjecteerd
per big als de varkenshouder een pijnstiller in de nek
doch het inspuiten in de zaadstreng is technisch moei-
injecteerde en 0,58 minuten per big als de varkens-
lijker. Bovendien kan lidocaïne direct in het bloed te-
houder zowel lidocaïne als een pijnstiller toediende.
rechtkomen, wat bij jonge biggen tot een inadequate
Ter verduidelijking, in België mag enkel de dierenarts
verdoving en zelfs tot toxische verschijnselen kan lei-
verdovingsproducten (en dus ook lidocaïne) toedienen.
den. Na de toediening in de testikels diffundeert lido-
Kluivers-Poodt et al. (2007) besloten dat de castratie-
caïne in ongeveer 10 minuten tot in de zaadstreng
Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2009, 78
(Ranheim en Haga, 2006). Een lidocaïne-injectie in de
ketamine en azaperone. Deze combinatie heeft echter
testikels vermindert het pijngerelateerd schreeuwen op
verschillende nadelen. De mate van bewustzijnsver-
het moment van de castratie (White et al., 1995; Marx
laging en de pijnstilling zijn geringer dan bij een nar-
et al., 2003) waarbij de ACTH- en cortisolreactie daalt
cose. De dieren maken nog steeds afweerbewegingen
(Prunier, Hay en Servière, 2002). Zankl et al. (2007)
tijdens de castratie, zij het wel minder dan wanneer er
stelden echter vast dat biggen die onder lokale verdo-
niet verdoofd wordt. Een slechte wondheling en uitval
ving gecastreerd werden (met procaïnehydrochoride,
komen vaker voor dan in controlegroepen waar er niet
procaïnehydrochloride + epinefrine of lidocaïne
verdoofd wordt. Verder daalt de bloeddruk en ver-
hydrochloride), vergelijkbare of zelfs hogere cortisol-
mindert de coördinatie als de verdoving aan het uit-
niveaus vertoonden dan biggen die zonder verdoving
werken is. Daardoor kunnen biggen onder de zeug
gecastreerd werden. Zij vonden ook geen effect van de
raken en doodgelegen worden (McGlone en Hellman,
lokale verdoving tijdens de castratie op het gene-
1988). Lahrmann (2006) vond bij de verdoving met
zingsproces van de wonde. White et al. (1995) toonden
ketamine en azaperone als enig nadelig neveneffect
aan dat lidocaïne het aantal schreeuwen met een hoge
frequentie en de hartslag verminderen tijdens het over-
Azaperone veroorzaakt bij varkens enkel sedatie,
trekken van de zaadstreng. Sinds 2003 mag de zaad-
geen analgesie. Het stimuleert de ademhaling en ver-
streng niet meer worden overgetrokken maar wel
laagt de arteriële bloeddruk omwille van een vasodi-
overgesneden (EU Council Directive 2001/88/EC). Bij
latatie na een intramusculaire injectie. Door deze
het onderzoek van White et al. (1995) was er ook een
vasodilatatie treedt er ook een verlies van lichaams-
verlaging van de bloeddruk tijdens en na de castratie
warmte op en kunnen de biggen onderkoeld raken. De
waar te nemen. Ranheim en Haga (2006) toonden aan
werkingsduur van azaperone kan 2-3 uur bedragen
dat castratie met een injectie van lidocaïne in de testi-
(Axiak et al., 2007), wat verhindert dat de biggen snel
kels of in de zaadstreng minder pijnlijk is dan castra-
weer ‘hun gang’ kunnen gaan. Om de aangehaalde re-
tie zonder lokale verdoving. Ze baseerden zich op
denen is het gebruik van azaperone alleen voor dit doel
metingen van de hartslag, de gemiddelde arteriële
bloeddruk en op elektro-encefalografie (EEG). De au-teurs vonden geen verschil in analgesie tussen een in-
tratesticulaire injectie en een injectie in de zaadstreng. Ranheim et al. (2005) vonden door middel van radio-
Een algemene verdoving via inhalatie werkt snel,
actieve merkers dat de concentratie van lidocaïne
zorgt voor een goede spierontspanning en voor
(2,5μCi/ml) in de testes en zaadleider het hoogst was
bewustzijnsverlies. Het voordeel van inhalatie
3 minuten na een intratesticulaire injectie. Ze bevelen
verdoving ten opzichte van de injectiemethode is dat
dan ook een inwerkingstijd van 3 minuten aan.
de dieren onmiddellijk na de inductie kunnen worden
Bupivacaïne, een langwerkend lokaal anestheti-
gecastreerd. Er is dus een korte inductietijd en de
cum, werd getest als alternatief voor lidocaïne omwille
biggen moeten geen 2 keer worden opgepakt zoals bij
van z’n langere effectduur. De inductie van bupiva-
caïne is trager. In de EU is bupivacaïne voor het ge-
Er werden in het verleden verschillende inhalatie-
bruik bij varkens niet geregistreerd (EFSA, 2004) en
anesthetica voor biggen getest, zoals isofluraan, halo-
het is tevens meer toxisch voor het hart dan lidocaïne.
thaan, sevofluraan en CO2. Het gebruik van isofluraan,
Deze toxiciteit uit zich in een verbreding van het QRS-
halothaan en sevofluraan wordt niet aangeraden als er
complex, een verlenging van het PR-interval, in AV-
geen systeem aanwezig is om gassen af te voeren. Een
block en aritmie (Udelsmann et al., 2008).
bijkomend probleem is dat isofluraan, halothaan en se-
Procaïne is een lokaal anestheticum dat vroeger
vofluraan mogelijk hyperthermie kunnen veroorzaken
veel gebruikt werd maar nu vervangen wordt door
bij bepaalde stressgevoelige varkensrassen, zoals de
andere lokale anesthetica, zoals lidocaïne, dat een
Piétrain waarvan de invloed in de Belgische varkens-
snellere werking en een langere werkingsduur heeft.
stapel alomtegenwoordig is (Abbott Laboratories,
Lidocaïne veroorzaakt ook minder bijwerkingen en
verspreidt zich gemakkelijker in de weefsels (Ranheim
Het halothaangen wordt geassocieerd met de mo-
gelijke ontwikkeling van het porciene stress syndroom
Bij castratie onder lokale verdoving worden de big-
(PSS). Dit syndroom wordt gerelateerd aan verschil-
gen tweemaal opgepakt, namelijk bij het inspuiten van
lende symptomen, waaronder beven, spiercontracties
het product en na een inwerkingtijd bij de castratie,
en een verhoogde lichaamstemperatuur. PSS kan door
wat voor extra stress en arbeid zorgt. Bovendien zijn
de inhalatie van halothaan worden uitgelokt (Geers et
de injecties voor de verdoving pijnlijk. al., 1992; Velarde et al., 2007).
De economische en praktische aspecten van het ge-
Algemene anesthesie
bruik van halothaan werden onderzocht door Jäggin etal. (2001). De tijd die nodig was per big die werd ge-
castreerd, was een minuut langer met anesthesie (2,3 ±0,3 min) dan zonder (1,3 ± 0,4 min). De emissies van
Het middel voor de algemene verdoving van var-
halothaan die in het milieu kwamen, waren doorgaans
kens door middel van injectie is een combinatie van
lager dan 5 ppm. Intussen is halothaan onder andere
Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2009, 78
omwille van economische redenen van de Europese
ander onderzoek van Hodgson (2006) naar het gebruik
van isofluraanverdoving stelde een recoveryperiode
Kohler et al. (1998) vergeleken de verdovings-
techniek met 80% CO2 en 20% O2 versus halothaan.
Koolstofdioxide (CO2) wordt extensief als
Dit onderzoek toonde aan dat voor beide groepen de
bedwelmingsmiddel in slachthuizen en als anesthesie-
recoveryperiode vlot verliep en dat alle biggen binnen
en euthanasiemiddel in laboratoria gebruikt (Forslid,
1987; Ring et al., 1988; EU Council Directive 1993;
Isofluraan wordt door veel diersoorten, zoals zoog-
Martoft et al., 2001). Bij slachtvarkens worden alleen
dieren en vogels, goed getolereerd (Hodgson, 2007). In
hoge concentraties (> 80% CO2) gebruikt bij het
een studie van Walker et al. (2004) werd er een speci-
doden, met als nadeel excitatie tijdens de inductie
aal anesthesiesysteem getest met een respiratiezak en
(Kohler et al., 1998). Deze hoge concentraties worden
een masker met afzuiging om te voorkomen dat er gas
aanbevolen om de aversieperiode zo kort mogelijk te
vrijkwam en door de uitvoerder werd ingeademd.
houden (Nowak et al., 2007). Bepaalde concen-
Zowel de toediening van isofluraan als de toediening
tratieafhankelijke reacties, zoals rusteloosheid en
van de combinatie isofluraan en N2O werd uitgetest.
hyperventilatie, werden gedurende de inductie met
De ooglidreflex verdween na een gemiddelde van 36,5
CO2 reeds geobserveerd (Kohler et al., 1998). Deze
seconden en de gemiddelde inductietijd was 123 se-
onderzoekers besloten dat algemene anesthesie met
conden voor de combinatie van isofluraan en N2O. De
CO2 snel en veilig werd geïnduceerd en dat de castratie
auteurs stelden dat het gebruik van isofluraan of een
kon worden uitgevoerd zonder enige reactie maar dat
combinatie van isofluraan en N2O veilig, snel en be-
de castratiestress niet of weinig gereduceerd werd.
trouwbaar was mits er een systeem was om te verhin-
Svendsen (2006) daarentegen stelde dat de aversie die
deren dat isofluraan in de omgeving vrijkomt (EFSA,
optrad tot er bewusteloosheid optrad, gecompenseerd
werd door het feit dat de biggen tijdens de castratie
Sevofluraan wordt vooral bij kleine en exotische
onder volledige anesthesie en analgesie waren.
dieren voor maskerinductie gebruikt (Holzki en Kretz,
Gerritzen et al. (2008) stelden zwaar ademen vast als
1999; Lapin et al., 1999; Cravero en Rice, 2001;
enig typerend gedrag tijdens de inductie bij een
Hodgson, 2007). Er werd een vergelijkende studie tus-
verdoving met een mengsel van 70% CO2 en 30%O2.
sen isofluraan en sevofluraan uitgevoerd door
Uit hetzelfde onderzoek werd besloten dat de
Hodgson (2007). De biggen werden op een leeftijd van
verdoving van biggen met een mengsel van 70% CO2
6 à 10 dagen met isofluraan of sevofluraan behandeld
en 30% O2 leidt tot een periode van bewusteloosheid
en vervolgens gecastreerd. Er werd gebruik gemaakt
en pijnloosheid die voldoende lang aanhoudt om de
van een inhaleertoestel uitgerust voor vloeibare anes-
dieren verdoofd te castreren. Een groot voordeel van
thesie-injectie. De inductie van de anesthesie van de
de CO2-methode is dat er geen systeem voor gasafvoer
biggen werd gemakkelijk bereikt, zowel met sevoflu-
nodig is en dat ze gemakkelijk gebruikt kan worden
raan als isofluraan. De biggen die na de castratie in een
op een varkenshouderij (EFSA, 2004). In Nederland
box werden geplaatst, lagen eerst voor een korte tijd
werden ondertussen 6 toestellen voor CO2-verdoving
stil en rolden dan naar een sternale positie. Vervolgens
ontwikkeld (Tabel 3). Deze toestellen hanteren
sprongen ze recht. Ze konden nadien goed bewegen en
allemaal het principe van individuele gastoediening.
stappen zonder al te veel evenwichtsstoornissen. Er
In 3 toestellen blijven de biggen ook tijdens de
waren geen chirurgische problemen of mortaliteit aan
castratie blootgesteld aan het gas, bij de 3 andere
de behandelingen te wijten. Voor isofluraan waren de
worden de biggen na verdoving uit het toestel gehaald
inductietijden korter (44,0 s ± 7,5 voor isofluraan en
om te castreren. Alle toestellen hebben een beveiliging
47,5 s ± 8,7 voor sevofluraan) en de recoveryperiode
waarbij na 2 minuten blootstelling aan 70% CO2 en
was significant langer (140,6 s ± 51 voor isofluraan,
30% O2, verse lucht uit de omgeving aan de biggen
122,5 s ± 43 voor sevofluraan) (Hodgson, 2007). Een
Tabel 3. Overzicht van toegelaten verdovingstoestellen in Nederland voor de verdoving met 70% CO2 en 30% O2. Naam toestel Productiefirma Positie dier Castratie Castratie na
Na uithalen uit verdovingstoestelin de hand
Na uithalen uit verdovingstoestelin de hand
Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2009, 78
Bij gebruik van CO2-verdoving voor biggen blij-
berengeur van de geïmmunocastreerde varkens is
ven de concentraties in een goed geventileerde stal
gelijkaardig aan deze van de chirurgisch gecastreerde
varkens (Giersing, Ladewig en Forkman, 2006).
De toediening van het product moet met minstens
4 weken tussentijd worden herhaald om doeltreffend tezijn. De tweede injectie moet 4 à 5 weken voor het
Axiak et al. (2007) vergeleken de intranasale ver-
slachten toegediend worden (Zamaratskaia et al.,
sus de intramusculaire toediening van een combinatie
2008). De testosteronproductie en berengeur vermin-
van ketamine, climazolam en azaperone. Hun onder-
deren pas na de tweede injectie. Vier tot 8 weken na de
zoek toonde aan dat biggen (4 tot 7 dagen oud) die in-
tweede toediening kunnen de varkens aan het slacht-
tranasaal werden verdoofd, een kortere recovery
huis worden geleverd. Het te vroeg of te laat leveren
periode hadden maar een sterkere castratiereactie ver-
verhoogt opnieuw de kans op een te hoge androste-
toonden dan biggen die de verdoving intramusculair
Via een Europese erkenningsprocedure zal een
commercieel product in alle EU-lidstaten binnenkort
Analgetica vallen niet onder de term verdoving
Chemische castratie
maar kunnen de napijnen reduceren en zodoende deaangewende verdovingstechniek aanvullen.
De beschadiging van testiculair weefsel door middel
Er zijn verschillende niet-steroïdale anti-inflam-
van chemische bestanddelen, zoals formaldehyde,
matoire drugs (NSAIDS) toegestaan voor het gebruik
azijnzuur of zout afkomstig van zilver of zink, is
bij varkens. Deze zijn natriumsalicylaat (geen wacht-
onderzocht (Giersing, Ladewig en Forkman, 2006).
tijd, maar afgeraden bij biggen jonger dan 4 weken),
Omwille van de cancerogene eigenschappen is formal -
metamizol (wachttijd van 3 dagen), flunixine (wacht-
dehyde absoluut af te raden. Azijnzuur is een bijtende
tijd van 24 dagen), tolfenaminezuur (wachttijd van 3
vloeistof en de stof heeft eveneens nadelige effecten
dagen) en meloxicam (wachttijd van 5 dagen).
op de gezondheid van mensen. De stof en de damp zijn
Er is een aantal gegevens beschikbaar over de
bijtend voor de ogen, de huid en de luchtwegen,
effecten van preventieve analgetica. Een onderzoek bij
azijnzuur werkt ook bijtend bij het inslikken.
6 à 7 weken oude biggen toonde aan dat er bij een
Daarnaast kan de inademing van de damp longoedeem
injectie van het NSAID flunixine 15 minuten vóór de
veroorzaken (Wetenschappelijk Instituut Volksgezond -
castratie en de dag erna een reductie van ACTH en
cortisol optrad (Prunier, geciteerd door EFSA, 2004).
Er is nog geen grondige evaluatie gemaakt in ver-
Een intraveneuze injectie met butorfanol 30 minuten
band met het welzijn van de varkens bij chemische ca-
vóór de castratie van 8 weken oude biggen had geen
stratie, maar zwellingen van de testikels en het scrotum
effect op de reductie van de groei die de dag na de
werden reeds vastgesteld en wijzen op een ontsteking
castratie geobserveerd werd (McGlone et al., 1993).
en waarschijnlijk ook pijn (Giersing, ladewig en Fork-
Kluivers-Poodt et al. (2007) vergeleken het gedrag
man, 2006). Dit maakt dat deze techniek niet kan wor-
van biggen die verschillende behandelingen kregen
gedurende 4 dagen na de castratie. De behandelingenwaren: castratie zonder verdoving, castratie onder
Seksen van sperma
lokale verdoving met lidocaïne, castratie onder lokaleverdoving met lidocaïne en meloxicam (analgeticum),
Spermatozoïden in het sperma worden gesorteerd
castratie met meloxicam en een shamgroep. Meloxi -
opdat men zeugen alleen met X-spermatozoïden zou
cam is een NSAID toegelaten voor het gebruik bij
kunnen insemineren zodat enkel vrouwelijke biggen
varkens volgens bijlage 1 van EU-verordening
geboren worden. Hiervoor bestaan verschillende tech-
2377/90/EWG. Uit dit onderzoek bleek dat dieren die
nieken. De huidige technieken bevinden zich nog
behandeld werden met meloxicam de eerste dagen na
steeds in het onderzoeksstadium en hebben nog geen
de castratie minder pijngerelateerd gedrag vertoonden.
100% kans op slagen. Bovendien zijn ze langzaam enmoet het verzwakte sperma via een complexe diepe in-
seminatiemethode worden ingebracht (Vasquez et al.,
Bij het sorteringsproces blijft slechts 30 % van het
Vaccinatie tegen berengeur
oorspronkelijke aantal spermatozoa behouden. Despermacellen zijn minder lang vitaal (Vanderhaeghe,
mannelijke varkens actief tegen het gonadotroopreleasing hormoon (GnRH) geïmmuniseerd. Hierdoor
Afmesten van beren op een lager slachtgewicht
wordt de ontwikkeling van de testikels gereduceerd entreedt er een sterke daling van de androstenon
Door beren te slachten op een lager gewicht (voor-
concentraties op (Maes et al., 2002). Het niveau van de
dat ze seksueel volwassen zijn) kan de prevalentie van
Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2009, 78
berengeur worden gereduceerd. In een studie die werd
sensorische panels, niet volledig vervangen (Haugen,
uitgevoerd in Noorwegen, werden beren geslacht op
een gemiddeld levend gewicht van 53 tot 62 kilogram,maar dit toonde geen consistente resultaten. In de vier
Selectie op een lager androstenonniveau
Noorse boerderijen die meededen aan de studie warener 5, 10, 30 en 36 % van de beren die skatolwaarden
Androstenon- en skatolwaarden zijn afhankelijk
hadden hoger dan 0,20 μg/g (ppm) en androstenon-
van genetische factoren. Vijf tot acht procent van de
waarden hoger dan of gelijk aan 1,0 μg/g (ppm) (Aldal
raszuivere Hamshire-, Yorkshire- en Landrasberen
heeft hoge androstenonconcentraties in het vet, terwijl
In een Zweeds onderzoek waren de skatolwaarden
50 % van de Durocberen hoge concentraties heeft.
in het vet van beren geslacht op 90 kilogram levend
Ook de skatolwaarden verschillen per ras.
gewicht lager dan 0,20 μg/g (Zamaratskaia et al.,
Eerdere pogingen om op lage andros ten onwaarden
2003). Het verschil tussen de resultaten van Noorwe-
te selecteren, resulteerden in ver min derde prestaties en
gen en die van Zweden kan te wijten zijn aan de var-
een latere seksuele maturiteit wegens de lagere
kensrassen die in de studies werden ingezet. In de
productie van androgenen en oestrogenen. Willeke et
Noorse studie werd met Norocdieren gewerkt. Deze
al. (1980) observeerden een vertraagde puberteit bij
varkens zijn een combinatie van Landras (50%),
gelten met een lage androstenonlijn. Dit leidt tot een
Yorkshire (25%) en Duroc (25%). In de Zweedse stu-
minder efficiënte productie. Om dit probleem te
die werd gewerkt met een kruising van Yorkshire en
voorkomen, zouden enkel berenlijnen op een lager
androstenonniveau moeten worden geselecteerd
Een groot nadeel van dit alternatief is dat er een
economisch verlies optreedt wegens een lagere vlees-
Het is de betrachting om dieren te identificeren die
opbrengst per geslachte beer (EFSA, 2004).
een verlaagde genetische capaciteit hebben om an-drostenon in vet te accumuleren terwijl ze de normale
Detectie van berengeur aan de slachtlijn
waarden van testiculaire steroïden behouden die ka-rakteristiek zijn voor intacte beren. De ontwikkeling
Volgens de wetgeving krijgen karkassen van
van genetische merkers om deze varkens te identifice-
ongecastreerde mannelijke varkens boven 86 kilogram
ren, moet ertoe leiden varkens te selecteren die lage
een berenstempel. Landen van de Europese Unie
androstenonwaarden hebben, maar die groeien als nor-
mogen een methode erkennen om te verzekeren dat
male beren. Er werd reeds een aantal kandidaatgenen
karkassen met berengeur zullen gedetecteerd worden.
In het Verenigd Koninkrijk bestaat er een “boilingtest”. Een alternatief hiervoor is een soldeerbout
aanbrengen op het rugvet van het karkas. Ditveroorzaakt volatilisatie van androstenon en skatol. De
Er bestaat onenigheid over de verschillende alter-
berengeur kan dan gedetecteerd worden door een
natieven voor de biggencastratie zonder verdoving.
operator (Jarmoluk, Martin en Fredeen, 1970). Deze
Elke techniek en elk verdovingsmiddel hebben voor-
methode heeft als nadeel dat er detectieverschillen zijn
en nadelen. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen
tussen verschillende operatoren (EFSA, 2004).
welke techniek het meest haalbaar is in de praktijk, in-
De meest succesvolle onlinemethode die tot dusver
clusief napijnbehandeling, gecombineerd met een
is gebruikt, is de spectrofotometrische methode voor
goed dierenwelzijn en een zo laag mogelijke kostprijs
skatol. Het nadeel is dat androstenon niet wordt ge-
meten en er kunnen niet meer dan 180 stalen per uurworden getest (EFSA, 2004).
Analysen van slechte geuren en smaak in vlees en
vleesproducten worden traditioneel met een getraindsensorisch panel of door headspace-gaschromatogra-
Abbott Laboratories. (2001). Sevorane. http://www.safety.
fie-massaspectrometrie uitgevoerd. In sommige ge-
vanderbilt.edu/pdf/hcs_mds/sevoflurane.pdf
vallen kan een sensorische beoordeling falen om de
Aldal I., Andresen Ø., Egeli, A.K., Haugen J.E., Grødum
berengeur te identificeren (Haugen, 2006).
A., Fjetland O., Eikaas J.L.H. (2003). Levels of androste -
Chemische sensoren gecombineerd met gegevens-
none and skatole and the occurrence of boar taint in fatfrom young boars. Livestock Production Science 95, 121-
verwerkende methoden hebben bewezen dat ze een
potentieel hebben voor een snelle, niet-destructieve
Anand K.J.S. (1990). Neonatal responses to anesthesia and
analyse van de vleeskwaliteit. Niet-specifieke gassen-
surgery. Clinical Perinatology 17, 207-214.
soren hebben het potentieel om verschillende compo-
Andersson K., Schaub A., Lundstrom K., Thomke S.,
nenten (gerelateerd aan de berengeur) die zich in de
Hansson I. (1997). The effect of feeding system, lysine
dampfase bevinden, te detecteren. Dit zou de meting
level and gilt contact on performance, skatole levels and
van de geur van het vlees toelaten in plaats van de ver-
economy of entire male pigs. Livestock Production
schillende componenten te analyseren die mogelijk
verantwoordelijk zijn voor de berengeur. Deze tech-
Andrews K., Fitzgerald M. (1994). The cutaneous
niek kan de referentiemethoden, zoals het gebruik van
withdrawal reflex in human neonates: Sensitization,
Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2009, 78
receptive fields and the effects of contralateral stimu -
Gerritzen M.A., Kluivers-Poodt M., Reimert H.G.M.,
Hindle V., Lambooij E. (2008). Castration of piglets under
Axiak S.M., Jäggin N., Wenger S., Doherr M.G.,
CO2-gas anaesthesia. Animal 2, 1666-1673.
Schatzmann U. (2007). Anaesthesia for castration of pi-
Giersing M., Ladewig J., Forkman B. (2006). Animal wel-
glets: Comparison between intranasal and intramuscular
fare aspects of preventing boar taint. Acta Veterinaria
application of ketamine, climazolam and azaperone. Schweiz Arch. Tierheilk. Band 149, Heft 9, 395-402.
Hansen B.C., Lewis A.J. (1993). Effects of dietary protein
Bonneau M. (1998). Use of entire males For pig meat in the
concentration (corn:soybean meal ratio) on the perfor-
European Union. Meat Science 49 (1), 257-272.
mance and carcass characteristics of growing boars, bar-
Cravero J.P., Rice L.J. (2001). Pediatric anesthesia. In: Cli-
rows and gilts: Mathematical description. Journal ofnical Anesthesia. 4th Edition, Philadelphia: Lippincot-Wil-
Animal Science 71, 2122-2132.
Hansson I., Lundstrom K., Malmfors B. (1975). Effect of
Danneman P.J., Stein S., Walshaw S.O. (1997). Humane and
sex and weight on growth, feed efficiency and carcass
practical implications of using carbon dioxide mixed with
characteristics of pigs: Carcass characteristics of boars,
oxygen for anesthesia or euthanasia of rats. Laboratory
barrows and gilts, slaughtered at four different weights. Animal Science 47 (4), 376-385. Swedish Journal of Agricultural Research 5, 69-80.
De Kruijf J.M., Welling A.A. (1988). Incidence of chronic
Haugen J.E. (2006). The use of chemical sensor array tech-
inflammations in gilts and castrated boars. Tijdschrift voor
nology, the electronic nose, for detection of boar taint. Diergeneeskunde 113 (8), 415-417. Acta Veterinaria Scandinavica 48, 34-36.
Desmoulin B., Bonneau M., Bourdon D. (1974). Etude en
Hay M., Vulin A., Génin S., Sales P., Prunier A. (2003). As-
bilan azoté et composition corporelle des porcs mâles en-
sessment of pain induced by castration in piglets: Beha-
tiers ou castrés de race Large White. Journées de la Re-
vioural and physiological responses over the subsequent
cherche Porcine en France 6, 247-255.
5 days. Applied Animal Behaviour Science 82 (3), 201-
Driessen B., Smulders D., Parmentier T., Van Thielen J.,
Geers R. (2008). Staartbijtgedrag bij vleesvarkens: pre-
Hendriksen C.F.M., Boumans I.J.M.M. (2006). Een rapport
valentie, pathogenese, symptomen, predisponerende fac-
over de ontwikkelingen in en rondom het proefdierge-
toren, preventie en behandeling. Vlaams Diergenees -
bruik en alternatieven voor dierproeven. De proef dier -kundig Tijdschrift 77 (4), 238-246.
http://www.vet.uu.nl/nca/userfiles/other/
Eijck I., Van Der Peet-Schwering C., Kiezebrink M., Vink
A. (2007). The effect of anesthetizing piglets before ca-
Henke J., Ehrhardt W. (2004). Anästhesie und Analgesie
stratio non the costs of the veterinarian and the work load
beim Klein- und Heimtier sowie bei Vögeln, Reptilien,
of the pig farmer. Tijdschrift voor Diergeneeskunde 132
Amphibien und Fischen. Schattauer Verlag, 369-405.
Hodgson D. (2006). An inhaler device using liquid injection
Ellis M., Smith W.C., Clark J.B.K., Innes N. (1983). A com-
of isoflurane for short term anesthesia in piglets.
parison of boars, gilts and castrates for bacon manufac-
Veterinary Anesthesia and Analgesia 33, 207-213.
ture: On farm performance, carcass and meat quality
Hodgson D. (2007). Comparison of isoflurane and sevo -
characteristics and weight loss in the preparation of sides
flurane for short-term anesthesia in piglets. Veterinary
for curing. Animal Production 37, 1-9. Anesthesia and Analgesia 34, 117-124.
European Food Safety Authority (2004). Welfare aspects of
Holzki J., Kretz F.J. (1999). Changing aspects of
the castration of piglets. The EFSA Journal 91, 1-100.
sevoflurane in paediatric anaesthesia. Pediatric
European Medicines Agency (2008). Status of MRL proce-
dures, MRL assessments in the context of Council Regu-
Jäggin N., Kohler I., Blum, J., Schatzmann U. (2001). Cas -
lation (EEC) No 2377/90. EMEA/CVMP/765/99-Rev.22.
tra tion of newborn piglets under inhalation anesthesia
http://www.emea.europa.eu/pdfs/vet/mrls/076599en.pdf
with halothane. Der Praktische Tierartz 82, 1054-1061.
Federation of Veterinarians of Europe (2001). Pig castra-
Jarmoluk L., Martin A.H., Fredeen, H.T. (1970). Detection
tion. http://www.fve.org/news/position_papers/animal_
of boar taint (sex odour) in pork. Canadian Journal of
Fitzgerald M. (1994). Neurobiology of Foetal and Neonatal
Jaturasitha S., Kamopas S., Suppadit T., Khiaosa-ard R.,
Pain. In: Textbook of Pain. 3rd Edition, London, Church-
Kreuzer M. (2006). The effect of gender of finishing pigs
slaughtered at 110 kilograms on performance, and carcass
Forslid A. (1987). Transient neocortical, hippocampal and
and meat quality. Science Asia 32, 297-305.
amygdaloid EEG silence induced by one minute inhala-
Kluivers-Poodt M., Hopster H., Spoolder H.A.M. (2007).
tion of high CO2 concentration in swine. Acta Physiolo-
Verdoofd castreren in de varkenshouderij. Animal
Fortin A., Friend D.W., Sarkar N.K. (1983). A note on the
Kohler I., Moens Y., Busato A., Blum J., Schatzmann U.
carcass composition of Yorkshire boars and barrows. Ca-
(1998). Inhalation anaesthesia for the castration of piglets:
nadian Journal of Animal Science 63, 711-714.
CO2 compared to halothane. Journal of Veterinary
Fowler V.R., Mc William T., Aitken R. (1981). Voluntary
Medicine, Series A 45, 625-633.
feed intake of boars, castrates and gilts given diets of dif-
Krick B.J., Roneker K.R., Boyd R.D., Beermann D.H.,
ferent nutrient density. Animal Production 32, 357.
David P.J., Meisinger D.J. (1992). Influence of genotype
Geers R., Decanniere C., Villé H., Van Hecke P., Goedseels
and sex on the response of growing pigs to recombinant
V., Bosschaerts L., Deley J., Janssens S., Nierynck W.
porcine somatotropin. Journal of Animal Science 70,
(1992). Identification of halothane gene carriers by use of
in vivo 31P nuclear magnetic resonance spectroscopy in
Lahrmann K.H. (2006). Clinical and experimental studies
pigs. American Journal of Veterinary Research 53 (9),
on general anesthesia with ketamine/azaperone in the pig. Der Praktische Tierarzt 87 (9), 713-725.
Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2009, 78
Lahrmann K.H., Kmiec M., Stecher R. (2006). Piglet
van verdoving en/of pijnstilling bij de castratie van biggen
castration with ketamine/azaperone-anesthesia: Concur -
op arbeid en kostprijs. Animal Sciences Group, Rapport
ring with animal welfare, practical, but economic? DerPraktische Tierarzt 87 (10), 802-809.
Schonreiter S., Lohmuller V., Huber H., Zanella A.J.,
Lapin S.L., Auden S.M., Goldsmith L.J. (1999). Effects of
Unshelm J., Erhardt W. (2000). Effects of the CO2/O2-
sevoflurane anaesthesia on recovery in children: A
anaesthesia on behaviour, beta-endorphin and cortisol
comparison with halothane. Pediatric Anaesthesia 9, 299-
concentrations of male piglets after castration. KTBL-
Lind R.C., Gandolfi A.J., De La Hall M.P. (1989). Age and
Sjaastad O.V., Hove K., Sand O. (2003). Physiology of
gender influence halothane-associated hepatotoxicity in
Domestic Animals. Oslo, Scandinavian Press.
strain 13 guinea pigs. Anesthesiology 71 (6), 878-884.
Squires J. (2006). Possibilities for selection against boar
Maes D., Mateusen B., Van Soom A., Verdonck M., de Kruif
taint. Acta Veterinaria Scandinavica, 48, 19-21.
A. (2002). Castreren van biggen en problemen met
Svendsen O. (2006). Castration of piglets under CO2
berengeur. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 71, 125-
anaesthesia. In: Proceedings of the 19th IPVS Congress,
Malmfors B., Nilsson R. (1978). Meat quality traits of boars
Taylor A.A., Weary D.M., Lessard M., Braithwaite L.A.
in comparison with castrates and gilts. Swedish Journal
(2001). Behavioural responses of piglets to castration: The
of Agricultural Research 8, 209-217.
effect of pig age. Applied Animal Behaviour Science 73,
Martoft L., Lomholt L., Kolthoff C., Rodriguez B.E., Jensen
E.W., Jørgensen P.F., Pedersen H.D., Forslid A. (2001).
Udelsmann A., Lorena S.E.R.D.S., Girioli S.U., Silva W.A.,
Effects of CO2 anaesthesia on central nervous system
De Moraes A.C., Andreollo N.A. (2008). Hemodynamic
activity in swine. Laboratory Animals 36, 115-126.
effects of local anesthetics intoxication. Experimental
Marx G., Horn T., Thielebein J., Knubel B., von Borrel E.
study in swine with levobupivacaine and bupivacaine.
(2003). Analysis of painrelated vocalization in young
Acta Cirurgica Brasileira 23 (1), 55-64.
pigs. Journal of Sound and Vibration 266, 687-698.
Unsal C., Celik J.B., Toy H., Esen H. (2008). Protective role
Mc Glone J.J., Hellman J.M. (1988). Local and general
of zinc pretreatment in hepatotoxicity induced by
anesthetic effects on behavior and performance of 2- and
halothane. European Journal of Anaesthesiology 25 (10),
7-week-old castrated and uncastrated piglets. Journal ofAnimal Science 66, 3049-3058.
Valvano M.N., Leffler S. (1996). Comparison of
Mc Glone J.J., Nicholson R.I., Hellman J.M., Herzog D.N.
bupivacaine and lidocaine/bupivacaine for local anes -
(1993). The development of pain in young pigs associated
thesia/digital nerve block. Annals of Emergency Medicine
with castration and attempts to prevent castration-induced
behavioral changes. Journal of Animal Science 71, 1441-
Vanderhaeghe C. (2006). Seksen van varkenssperma als
mogelijk alternatief voor chirurgische castratie.
Nowak B., Mueffling T.V., Hartung J. (2007). Effect of
http://www.ilvo.vlaanderen.be/documents/NGmaart07/Va
different carbon dioxide concentrations and exposure
times in stunning of slaughter pigs: Impact on animal
Vasquez J.M., Parrilla I., Roca J., Gil M.A., Cuello C.,
welfare and meat quality. Meat Science 75, 290-298.
Vasquez J.L., Martinez E.A. (2008). Sex-sorting sperm by
Prescott J.H.D., Lamming G.E. (1967). The influence of
flow cytometry in pigs: Issues and perspectives.
castration on the growth of male pigs in relation to high
levels of dietary protein. Animal Production 9, 535-545.
Velarde A., Cruz J., Gispert M., Carrión D., Ruiz de la Torre
Productschappen Vee, Vlees en eieren (PVE) (2008). Lijst
J.L., Diestre A., Manteca X. (2007). Aversion to carbon
met verdovingsapparaten. http://www.pve.nl/pve?
dioxide stunning in pigs: effect of carbon dioxide
waxtrapp=muaLsHsuOpbPREcBfBIF&context=gfMsHs
concentration and halothane genotype. Animal Welfare 16,
Prunier A., Hay M., Servière J. (2002). Evaluation et
Walstra P., Kroeske D. (1968). The effect of castration on
prevention de la douleur induite par les interventions de
meat production in male pigs. World Review of Animal
convenance chez le porcelet. Journées de la RecherchePorcine en France 34, 257-268.
Weary D.M., Braithwaite L.A., Fraser D. (1998). Vocal
Prunier A., Bonneau M., von Borell E.H., Cinotti S., Gunn
responses to pain in piglets. Animal Behaviour Science
M., Fredriksen B., Giersing M., Morton D.B., Tuyttens
F.A.M., Velarde A. (2006). A review of the welfare
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (2006).
consequences of surgical castration in piglets and the
International Chemical Safety Cards. http://www.cdc.
evaluation of non-surgical methods. Animal Welfare 15,
White R.G., DeShazer J.A., Tressler C.J., Borcher G.M.,
Ranheim B.B., Haga H.A., Ingebrigtsen K. (2005).
Davey S., Waninge A., Parkhurst A.M., Milanuk M.J.,
Distribution of radioactive lidocaine injected into the
Clemens E.T. (1995). Vocalization and physiological
testes in piglets. Journal of Veterinary Pharmacology and
response of pigs during castration with or without a local
anesthetic. Journal of Animal Science 73, 381-386.
Ranheim B., Haga H.A. (2006). Local anesthesia for pigs
Willeke H., Claus R., Pirchner F., Alsing W. (1980). A
subject to castration. Acta Veterinaria Scandinavica 48
selection experiment against 5 α androst-16-en-3-one, the
boar taint steroid, in adipose tissue of boars. Zeitschrift
Ring C., Erhardt W., Kraft H., Schmid A., Weinmann H.M.,
für Tierzüchtung und Züchtungsbiologie, 97, 86-94.
Berner H., Unshelm J. (1988). CO2 anaesthesia of
Wood J.D., Enser M. (1982). Comparison of boars and
slaughter pigs. Fleischwirtschaft 68, 1304-1307.
castrates for bacon production: Composition of muscle
Roelofs P.F.M.M., Baltussen W.H.M. (2007). De invloed
and subcutaneous fat, and changes in side weight duringcuring. Animal Production 35, 65-74.
Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2009, 78
Zamaratskaia G., Babol J., Andersson H.K., Rydhmer L.,
Zankl A., Ritzmann M., Zöls S., Heinritzi K. (2007). Ana-
Lundström K. (2003). Relationships between testicular
lysis of efficacy of local anaesthetics administered prior to
hormones, androstenone and skatole in entire male pigs
castration of male suckling piglets. Deutsche Tierärztli-
fed raw potato starch. In: EAAP Working Group onche Wochenschrift 144 (11), 418-422. Production and Utilisation of Meat from Entire MalePigs. Dublin, Ireland.
Zamaratskaia G., Andersson H.K., Chen G., Andersson K.,
Madej A., Lundström K. (2008). Effect of a gonadotro-pin-releasing hormone vaccine (Improvac™) on steroidhormones, boar taint compounds and performance in en-tire male pigs. Reproduction in Domestic Animals 43,351-359. Uit het verleden TUSSEN BOER EN BURGER
In 2007 verscheen bij uitgeverij Erasmus Pu-
contact op veemarkten of tijdens vergaderingen.
blishing, Rotterdam Tussen Boer en Burger.Ooit kwam er een boer uit het Land van Cuyck enDiergeneeskunde in Nederland en de overzeesedeze zei: ‘Nou moet het afgelopen zijn met diegebiedsdelen. 1925 - 1950. Een uniek boek. Het
TBC’. ‘Hoezo’ vroeg ik. ‘Nou je weet ik ben niet
kwam tot stand in een werkgroep van dierenart-
vrij (versta: mijn bedrijf is niet TBC-vrij) en ik
sen (eindredactie E.P. Oldenkamp) die hun ou-
heb drie dochters die verkering hebben met boe-
dere collega’s afgestudeerd in die periode,
renjongens en hun bedrijven zijn allemaal vrij. Ik
interviewden. De interviews werden in hun his-
heb dat nu een half jaar iedere zondag moeten
torische context gesitueerd en met allerhande
horen, ik ben het zat en mijn vrouw begint er ook
teksten en beeldmateriaal aangevuld. Hoewel de
al over. Dat kan ik niet hebben want die dochters
geschetste toestanden en vooral de beschreven
moeten een ‘bruidskoe’ inbrengen en die moet van
personen uiteraard ‘Hollands’ zijn, is het boek
een vrij bedrijf komen. Dus we moeten er wat
(380 pagina’s groot formaat) schitterende lectuur
voor iedereen die zich een idee wil vormen vande vroegere veeartsenijkunde op de (toen nog
De TBC-bestrijding, maar ook de uitroeiing
volop) boerenbuiten. De ouderen onder ons zul-
van abortus Bang en de KI zijn een geweldig suc-
len zich die ‘tijd van toen’ wel kunnen inbeelden
ces geweest van de gezondheidsdienst en hebben
en vergelijken met de vele verhalen die ze van
een enorme verandering teweeg gebracht in de
hun voorgangers te horen kregen (L.D.). provincie. Want als je (Noord-)Brabant hebt ge-
Hieronder een paar citaten in verband met tu-
kend vóór die tijd en daarna, dan is het verschil
berculosebestrijding uit de interviews met D. ongelooflijk. Ik kende Brabant al uit de tijd dat ik
Brus en W. Parrée, beiden lang verbonden aan
bij een practicus assisteerde (1929/30); het was
de Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord-
toen een armoedige toestand, drie of vier magerekoetjes op stal, waarvan er altijd wel één aan deBij de Gezondheidsdienst (Noord-Brabant)
nageboorte stond of één die hoestte van de TBC.werd spreekuur gehouden op zaterdagmorgenEn als je dan de bedrijven zag na de TBC-bestrij-over het opruimen van reageerders. Er kwamending, dan waren het riante stallen met twaalf ofdan veel boeren; zij werden ontvangen met kof-dertien koeien, die kerngezond waren.fie en een sigaar. De kamer zag blauw van derook. Dit persoonlijke contact was erg belang-rijk! In andere provincies was er een dergelijk
This is intended for Internal use ONLY and is not for Public Distribution Journal of Chromatography B. 729 (1999) 199-210 Evaluation of the programmed temperature vaporiser for large-volume injection of biological samples in gas chromatography M.W.J van Hout, R.A. de Zeeuw, J.P. Franke, G.J. de Jong* Department of Analytical Chemistry and Toxicology, University Centre for Pharmacy, A.